2007 - 76 (6)

Volume 76 (2007), nr. 6

76 (6) 448-451

Titel: 
Echografisch onderzoek van de maag bij het paard in de praktijk
Auteur(s): 
G. VAN LOON
Samenvatting: 
Geen samenvatting
Volledige tekst: 
pp 448-451
Permanente vorming

76 (6) 443-446

Titel: 
Torsie van de zaadstreng bij een warmbloed hengst
Auteur(s): 
J. GOVAERE, M. DE BOCK, A. MARTENS, M. HOOGEWIJS, C. DE SCHAUWER, K. VAN DAMME, A. DE KRUIF
Samenvatting: 
In deze casuïstiek wordt een torsie van de zaadstreng over 720 graden bij een twee jarige warmbloed hengstbeschreven. De diagnose werd gesteld door middel van palpatie en een echografisch onderzoek van het scrotum.Vermits de hengst niet voor dekdienst in aanmerking kwam, werd er overgegaan tot een bilaterale orchidectomie.In het geval van een zaadstrengtorsie is niet alleen de ischemie nefast maar ook de laesies door reperfusie hebbeninvloed op de normale functionaliteit van de testikel. Verschillende antioxydantia, zoals allopurinol en melatonine,kunnen preventief aangewend worden in een poging om dergelijke letsels te minimaliseren.
Volledige tekst: 
pp 443-446
Casuïstiek(en)

76 (6) 438-442

Titel: 
Een ongewone vorm van avulsie van de pees van de m. extensor digitorum longus bij een hond: radiografische, computertomografische, artroscopische, chirurgische en histologische bevindingen
Auteur(s): 
G. VERHOEVEN, B. VAN RYSSEN, I. GIELEN, M. RISSELADA, H. VAN BREE
Samenvatting: 
Een avulsie van de pees van de extensor digitorum longus wordt beschreven bij een Deense Dog met reeds2 weken claudicatie rechts achter. De orthopedische, radiografische, computer tomografische, artroscopische,chirurgische en histologische bevindingen worden beschreven. De chirurgische excisie van het geavulseerdebotfragment en de hechting van de pees aan het lateraal gewrichtskapsel van het kniegewricht waren succesvolen de hond was vrij van manken 6 en 12 maanden na de ingreep.
Volledige tekst: 
pp 438-442
Casuïstiek(en)

76 (6) 431-437

Titel: 
De herhaalbaarheid van bekkenmetingen van Belgisch Witblauwe runderen met de pelvimeter van Rice en de verschillen tussen deze metingen rond het afkalftijdstip
Auteur(s): 
I. KOLKMAN, K. MATTHYS, G. HOFLACK, L. FIEMS, D. LIPS, A. DE KRUIF, G. OPSOMER
Samenvatting: 
De routinematig uitgevoerde keizersnede bij het Belgisch Witblauwe (BWB) dikbilras wordt bekritiseerduit dierenwelzijnsoverwegingen. Daarnaast heeft de keizersnede ook financieel-economische gevolgen.Selectie met het oog op het terugdringen van het aantal keizersneden kan dan ook wegens dierenwelzijnsredenenworden opgelegd of kan een financieel-economisch voordeel opleveren. Een selectiestrategiedie onder andere gericht is op de toename van de inwendige bekkenmaten van het moederdier is dan ookprimordiaal. De voorwaarde voor selectie is het beschikken over zo correct mogelijke informatie over hette verbeteren kenmerk. Interne bekkenmaten kunnen bij het levende dier gemeten worden met behulpvan de pelvimeter van Rice. In het hierbeschreven onderzoek werd de herhaalbaarheid van metingen vande bekkenhoogte en de bekkenbreedte bij BWB-dikbilrunderen, tussen en binnen 2 onderzoekers en metbehulp van de pelvimeter van Rice nagegaan. Er werd ook onderzocht of het bekken tijdens de partus onderhevigis aan veranderingen door op drie verschillende tijdstippen rond de partus te meten (één maandvóór de partus, binnen de 24 uur en 2 weken na de partus). Er werden geen significante verschillen aangetoondtussen de metingen uitgevoerd door de twee verschillende onderzoekers voor wat betreft het metenvan de bekkenhoogte. Verder bleken de meetresultaten van onderzoeker 2 een lagere maar niet significantverschillende variatiecoëfficiënt te hebben dan die van onderzoeker 1, en dit voor zowel de bekkenbreedteals de bekkenhoogte. De gemiddelde bekkenhoogte gemeten binnen 24 uur na de kalving bleek 0,48 cmgroter te zijn dan de bekkenhoogte die gemeten werd één maand vóór de partus (P < 0,05). Op basis vanhet hierbeschreven onderzoek kan worden gesteld dat het meten van bekkenmaten met de pelvimetervan Rice tussen en binnen twee onderzoekers herhaalbaar is en dat de partus invloed kan hebben op dezemetingen.
Volledige tekst: 
pp 431-437
Origine(e)l(e) artikel(en)

76 (6) 423-430

Titel: 
Leeftijdsbepaling bij kippen: een uitdaging voor de douane
Auteur(s): 
S. BREUGELMANS, S. MUYLLE, P. CORNILLIE, J. SAUNDERS, P. SIMOENS
Samenvatting: 
 Om de verbening van het borstbeen en van de lange pootbeenderen (femur, tibiotarsus en tarsometatarsus) teevalueren, werden 10 mestkippen van verschillende leeftijd en 4 volwassen leghennen zowel macroscopisch alsradiografisch onderzocht. Bij mestkippen van 14 weken oud was de caudale helft van het sternum nog steedskraakbenig. De trage verbening van het borstbeen interfereert met een nauwkeurige leeftijdsbepaling. De lengtevan de lange pootbeenderen is leeftijdsafhankelijk maar hierbij moet rekening gehouden worden met grote rasverschillen.De diameter van de schacht en de dikte van het gewrichtskraakbeen van de lange pootbeenderen variërenweinig bij mestkippen van 7 tot 14 weken oud en kunnen bijgevolg niet als betrouwbare leeftijdsindicatorsgebruikt worden. De dikte van het femorale en proximale tibiotarsale gewrichtskraakbeen bedroeg meer dan 3mm bij mestkippen en minder dan 1 mm bij oudere leghennen. Het sluiten van de groeiplaten in de tibiotarsus ende tarsometatarsus vormt het meest betrouwbare criterium voor de ouderdomsbepaling van mestkippen.
Volledige tekst: 
pp 423-430
Origine(e)l(e) artikel(en)

76 (6) 417-422

Titel: 
Herhaalbaarheid van de radiografische beoordeling van heupdysplasie bij de hond
Auteur(s): 
F. COOPMAN, G. VERHOEVEN, D. PAEPE, H. VAN BREE, L. DUCHATEAU, J.H. SAUNDERS
Samenvatting: 
Om de manier van het beoordelen van de heupkwaliteit beter te begrijpen, werd de herhaalbaarheid van zowelde technische kwaliteitsbeoordeling van de radiografische opname, als van de verschillende morfologischebeoordelingen en van de eindbeoordeling van heupdysplasie bij de hond door verschillende beoordelaars inkaart gebracht. Honderd radiografieën werden technisch gekeurd en de heupen werden morfologisch beoordeelddoor zes individuele beoordelaars en door twee groepen van telkens 2 beoordelaars. Deze zes beoordelaars ende twee groepen van telkens 2 beoordelaars werden ook gevraagd deze opnamen volgens de FCI (FédérationCynologique Internationale) instructies te beoordelen. Het was duidelijk dat de technische kwaliteitsbeoordelingsterk verschilde afhankelijk van de beoordelaar. De overeenkomst was klein tussen de beoordelingen van demorfologische kenmerken voor sommige beoordelaars. De overeenkomst tussen de beoordelingen van de tweegroepen was groter (harmonisatie tussen beoordelaars). Er was geen grote overeenkomst tussen de eindscore(FCI; A,B,C,D,E) gegeven door sommige beoordelaars, terwijl de overeenstemming tussen de beoordelingen vanandere beoordelaars dan weer van een aanvaardbaar niveau was. De resultaten van deze studie tonen aan dat dekwaliteitsbeoordeling van ventrodorsale gestrekte radiografieën van heupen, het beoordelen van morfologischekenmerken en het toekennen van een eindbeoordeling zeer variabel kunnen zijn afhankelijk van de beoordelaar,gaande van totaal verschillend tot bijna gelijk. Het is noodzakelijk om oplossingen te vinden waardoor de overeenkomsttussen de beoordelingen van de verschillende beoordelaars kan worden vergroot.
Volledige tekst: 
pp 417-422
Origine(e)l(e) artikel(en)

76 (6) 410-416

Titel: 
De invloed van de hokbezettingsdichtheid bij vleesvarkens op productie, gezondheid en welzijn
Auteur(s): 
J. DEWULF, F. TUYTTENS, L. LAUWERS, G. VAN HUYLENBROECK, D. MAES
Samenvatting: 
Varkens hebben ruimte nodig om te kunnen eten, drinken, bewegen, rusten, exploreren en interagerenmet soortgenoten. De hokbezettingsdichtheid in varkensstallen bepaalt de beschikbare hoeveelheid ruimteom deze activiteiten uit te voeren. Veranderingen in de beschikbare hoeveelheid ruimte kunnen een effecthebben op productieparameters, zoals dagelijkse groei en voederconversie. De hokbezetting zal tevenshet stalklimaat en de heersende infectiedruk van allerhande pathogenen beïnvloeden en zodoende dusook een belangrijke invloed hebben op de gezondheidsstatus van de dieren. Als de beschikbare ruimteniet in overeenstemming is met de behoeften van de dieren, kunnen bepaalde activiteiten onderdrukt ofvervangen worden of uitgevoerd worden op plaatsen die niet geschikt zijn voor deze activiteiten. Dit leidttot stress en een verminderd welzijn. Bijgevolg heeft de hokbezetting dus ook een belangrijke invloed ophet dierenwelzijn.In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de literatuur met betrekking tot het effect van de hokbezettingin vleesvarkensstallen op de productie, de gezondheid en het welzijn van de dieren. Tevens wordtnagegaan in welke mate de huidige wettelijke minimale normen in overeenstemming zijn met de recentewetenschappelijke inzichten met betrekking tot de bezettingsdichtheid bij vleesvarkens. Tenslotte wordtaangeduid waar er nood is aan bijkomend onderzoek met betrekking tot deze problematiek.
Volledige tekst: 
pp 410-416
Overzichtsartikel(en)

76 (6) 401-409

Titel: 
Chirurgische behandeling van congenitale extrahepatische portosystemische shunts bij honden en katten
Auteur(s): 
K.VERMOTE, M.RISSELADA, H. HAERS, J. SAUNDERS, D. PAEPE, S. DAMINET
Samenvatting: 
Een portosystemische shunt is een aberrante veneuze verbinding tussen de vena porta en de systemische circulatie.Het chirurgisch ligeren van deze shunt is de beste behandeling. Bij de meeste patiënten kan enkel eengeleidelijke vernauwing van de shunt bekomen worden door het ontstaan van portale hypertensie. Verschillendemethoden zijn voorhanden om de mate van het afsluiten van de shunt -die door de patiënt wordt verdragen zonderdat er portale hypertensie ontstaat-, te evalueren, maar ze zijn tijdrovend en niet altijd even betrouwbaar. Hetgestageerd sluiten van de shunt met behulp van een zijdeligatuur was de eerste beschreven methode. Andere methodenwerden gerapporteerd, zoals de ameroïd constrictor (AC), cellofaan band (CB), trombogene coils en hydraulischeoccluders. De ameroïd constrictor en cellofaan band geven vaak variaties in het tijdstip waarop en desnelheid waarmee de shunt volledig sluit en ook in de mate van het afsluiten. Meer controleerbare progressieveafsluitmethoden, zoals thrombogene coils en hydraulische “occluders”, worden momenteel onderzocht. Door denieuwe technieken (AC en CB) zijn de chirurgische complicaties verminderd en de resultaten verbeterd.
Volledige tekst: 
pp 401-409
Thema

76 (6) 388-400

Titel: 
Een toekomstig Belgisch opleidingsprogramma voor dierentransporten: een enquête bij de huidige actoren
Auteur(s): 
B. DRIESSEN, A. WOUTERS, J. VAN THIELEN, R. GEERS
Samenvatting: 
EG-verordening 1/2005 voorziet dat vanaf 5 januari 2008 alle vervoerders en begeleiders van dieren,voor zover dit met een economische bedrijvigheid verband houdt, na het volgen van een officieel erkendecursus voor dierentransporten, in het bezit van een getuigschrift van vakbekwaamheid moeten zijn. Om tepolsen naar het enthousiasme en de mening betreffende de toekomstige introductie van een cursus dierentransportenin België werden enquêtes bij de huidige actoren in België, namelijk dierentransporteurs,veedrijvers, slachthuis- en veemarktdirecties, supermarkten, consumenten- en dierenrechtenorganisaties,afgenomen. Met uitzondering van de dierentransporteurs was er weinig animo om aan de enquête meete werken. De meerderheid (66 %) van de ondervraagde dierenvervoerders vindt het niet nodig om eenopleidingscursus voor dierentransporten te volgen. De betrokken actoren hebben geen uitgesproken interessevoor bepaalde onderwerpen die in een opleiding al dan niet uitvoerig besproken dienen te worden.Deze desinteresse impliceert dat bij de ontwikkeling van een Belgische opleidingscursus voornamelijkop EG-verordening 1/2005 en de bestaande buitenlandse opleidingscursussen voor dierentransporten zalgesteund moeten worden.
Volledige tekst: 
pp 388-400
Actualiteit