2009 - 78 (5)

Volume 78 (2009), nr. 5

78 (5) 372-375

Volledige tekst: 
pp 372-375
Vraag en antwoord

78 (5) 365-371

Titel: 
Laparoscopie in de gezelschapsdierenpraktijk, Deel 1: instrumentarium en basisprincipes
Auteur(s): 
B. VAN GOETHEM, M. BOSCH, L. STEGEN
Samenvatting: 
Geen samenvatting
Volledige tekst: 
pp 365-371
Permanente vorming

78 (5) 359-364

Titel: 
Uitbraak van de peracute vorm van boosaardige catarraal koorts bij Belgische runderen
Auteur(s): 
B. PARDON, S. MAES, H. NOLLET, K. DE BLEECKER, P. KERKHOFS, P. DEPREZ
Samenvatting: 
In deze casuïstiek wordt een grote uitbraak van de peracute vorm van boosaardige catarraal koorts bijrunderen in België beschreven. De belangrijkste symptomen waren zenuwsymptomen en hoge koorts.Over een periode van 4 maanden stierven 13 Belgisch Witblauwe jaarlingen en één koe. De mortaliteit ophet bedrijf bedroeg 16,3%. Het oviene herpesvirus 2 werd bij de zieke runderen en schapen op het bedrijfmet PCR aangetoond. Deze casuïstiek illustreert het toenemende belang van boosaardige catarraal koortsals bedrijfsprobleem en het voorkomen van de peracute vorm, zoals ook waargenomen in andere Europeselanden. Het belang van boosaardige catarraal koorts als een differentiaaldiagnose voor zenuwsymptomenbij rundvee komt eveneens aan bod.
Volledige tekst: 
pp 359-364
Casuïstiek(en)

78 (5) 354-358

Titel: 
Een gediagnosticeerd geval van schaapgeassocieerde boosaardige catarraal koorts bij zeugen
Auteur(s): 
B. MATEUSEN, P. VYT, S. RIBBENS, S. VAN COLEN, C. LETELLIER, P. KERKHOFS, H. NAUWYNCK, D. MAES
Samenvatting: 
In dit artikel wordt een geval van boosaardige catarraal koorts beschreven in een zeugenbedrijf inBelgië. De koorts werd veroorzaakt door een infectie met het oviene herpesvirus-2 (OHV-2). De 11aangetaste zeugen hadden hoge koorts en 10 ervan stierven binnen de 3 dagen na het verschijnen van deklinische symptomen. Het meest uitgesproken macroscopische letsel was een hemorragische tot pseudo -membraneuze gastritis. Het histopathologische onderzoek toonde een erge infiltratie en necrose van demaagmucosa aan. Noch een behandeling met antibiotica noch een injectie met anti-inflammatoire middelenkon de ergheid van de ziekte verminderen. Aangezien de zeugen in dezelfde ruimte gehuisvest waren alsde schapen, met de mogelijkheid tot direct neus-tot-neuscontact, en aangezien de PCR-resultatenaantoonden dat het virus bij de zeugen en de schapen identiek was, is het zeer waarschijnlijk dat de infectiewerd verspreid van de subklinisch geïnfecteerde schapen naar de zeugen. Deze uitbraak toont aan datOHV-2 moet opgenomen worden in de differentiaaldiagnose indien er koorts optreedt gevolgd door sterfte,vooral wanneer varkens nauw contact hebben met schapen.
Volledige tekst: 
pp 354-358
Casuïstiek(en)

78 (5) 347-353

Titel: 
Discospondylitis bij de hond: een retrospectieve studie van 18 gevallen
Auteur(s): 
L. AMEEL, V. MARTLÉ, I. GIELEN, S. VAN MEERVENNE, I. VAN SOENS, A. VANHAESEBROUCK, S. BHATTI, S. DE DECKER, M. TSHAMALA, W. PAULISSEN, L. VAN HAM
Samenvatting: 
In een retrospectief onderzoek (1997-2007) kon bij 18 van 35 honden verdacht van discospondylitis (DS),de diagnose van discospondylitis worden bevestigd. Zowel het signalement als de symptomen van deze hondenop het moment dat ze werden aangeboden, kwamen in vele gevallen overeen met de literatuurgegevens.Radiografie was het diagnostisch middel bij uitstek. In 17 van de 18 gevallen werden aanvullende diagnostischetechnieken uitgevoerd om de diagnose te bevestigen. Een bloed- en urinecultuur werd uitgevoerd om eenonderliggend etiologisch agens op te sporen. De medicamenteuze therapie bleek de belangrijkstebehandelingsoptie. Het merendeel van de honden (76%) vertoonde duidelijke beterschap na de behandeling.Deze gegevens bevestigen dat discospondylitis middels een medicamenteuze therapie een redelijk goedeprognose heeft.
Volledige tekst: 
pp 347-353
Origine(e)l(e) artikel(en)

78 (5) 338-346

Titel: 
Chirurgische behandeling van het discusgeassocieerd Wobblersyndroom door middel van een standaard ventraalslottechniek: een retrospectieve studie van 12 gevallen
Auteur(s): 
S. DE DECKER, M. TSHAMALA, S. BHATTI, I. VAN SOENS, J. SAUNDERS, T. WAELBERS, L. VAN HAM
Samenvatting: 
Er bestaat veel discussie over de behandeling van het discusgeassocieerd Wobblersyndroom. In dezeretrospectieve studie wordt de klinische evolutie van 12 honden die chirurgisch werden behandeld door middelvan een standaard ventraalslottechniek beschreven. De opvolgingsduur varieerde van 1 tot 59 maandenpostoperatief. Initieel vertoonden 9 van de 12 honden een gunstige klinische evolutie. Zes van deze 9 hondenhadden op een later tijdstip een tweede episode van gelijkaardige klinische klachten. Twee van deze hondenkonden verder conservatief worden behandeld, de andere 4 werden geëuthanaseerd. De resultaten van dezestudie worden vergeleken met deze van gelijkaardige studies, met bijzondere aandacht voor inclusiecriteriaen gegevens met betrekking tot de postoperatieve opvolging.
Volledige tekst: 
pp 338-346
Origine(e)l(e) artikel(en)

78 (5) 327-337

Titel: 
Diabetes ketoacidose en diabetes ketose bij 54 honden: een retrospectieve studie
Auteur(s): 
V. DE CAUSMAECKER, S. DAMINET, D. PAEPE
Samenvatting: 
Diabetes ketoacidose (DKA) en diabetes ketose (DK) zijn ernstige complicaties van diabetes mellitus (DM).Een retrospectieve studie van 54 honden met DK(A) werd uitgevoerd. De meeste honden waren vrouwelijke, intactehonden van middelbare tot hoge leeftijd met een anamnese van polyurie/polydipsie, lethargie, anorexie, braken,vermageren, diarree, hematurie, pollakisurie of shock. Bij 57,4% van de honden werd geen voorafgaande diagnosevan DM gesteld. Diabetes keto(acido)sis was frequent geassocieerd met een bijkomende ziekte, zoals pancreatitis(22,2%), hypercortisolisme (7,4%), neoplasie (24%), infectie (24%), nier- (13%) of hartfalen (7,4%). Om de patiëntgoed te evalueren en om op zoek te kunnen gaan naar een ermee gepaard gaande ziekte werden een volledigbloedonderzoek (hematologie en serumbiochemie), een bloedgasanalyse, een urineonderzoek, een urinecultuur enröntgenopnamen van de thorax en/of een echografie van het abdomen uitgevoerd. De behandeling van DK(A) wasafhankelijk van de ermee gepaard gaande ziekte, de bloedwaarden en de symptomen van de hond. De prognose wasgereserveerd aangezien 48% van de honden gestorven of geëuthanaseerd werd binnen de 2 weken na de diagnose.Vijf honden (9,3%) hervielen, meestal binnen de 6 maanden na de diagnose.
Volledige tekst: 
pp 327-337
Origine(e)l(e) artikel(en)

78 (5) 315-326

Titel: 
Profylactisch gebruik en misbruik van antibiotica bij de chirurgie van kleine huisdieren
Auteur(s): 
N. PORTERS, H. DE ROOSTER, F. HAESEBROUCK
Samenvatting: 
Antibiotica als profylaxis of therapie worden vaak ongepast of onjuist gebruikt bij de chirurgie vangezelschapsdieren. Dierenartsen baseren zich voor de keuze van een antibioticum en de doseringsintervallenvaak louter op een traditie, een veronderstelling of een kostprijs. Clinici beseffen te weinig dat wanneer eenpatiënt antibiotica krijgt, dit niet alleen die patiënt beïnvloedt maar ook zijn omgeving en andere dieren ofmensen die ermee in contact komen. De selectie van een antibioticum voor profylactisch of therapeutischgebruik moet gebaseerd zijn op een kennis van de verwachte microbiota, de bacteriële resistentiepatronen ende mogelijkheid van het antibioticum om het weefsel te bereiken in de geschikte concentratie.
Volledige tekst: 
pp 315-326
Overzichtsartikel(en)

78 (5) 302-314

Titel: 
Perioperatieve pijn: fysiologie en pathofysiologie
Auteur(s): 
T. BOSMANS, M. DOOM, F. GASTHUYS, P. SIMOENS, L. VAN HAM, I. POLIS
Samenvatting: 
In dit overzichtsartikel worden de fysiologie en de pathofysiologie van perioperatieve pijn bij huisdieren beschreven.De verschillende definities van pijn en de verschillende aspecten van pijnervaring (transductie, transmissie,modulatie en perceptie) komen aan bod.
Volledige tekst: 
302-314
Overzichtsartikel(en)

78 (5) 295-301

Titel: 
Bacteriën van huisdieren als oorzaak van maagklachten bij de mens
Auteur(s): 
F. HAESEBROUCK, F. PASMANS, B. FLAHOU, T. MEYNS, M. VERMOOTE, S. KUMAR, K. CHIERS, A. DECOSTERE, R. DUCATELLE
Samenvatting: 
Alhoewel Helicobacter pylori de belangrijkste bacterie is die geassocieerd wordt met maagklachten bij demens, kunnen ook andere helicobacters gastritis, maagzweren en maagkanker veroorzaken bij mensen. Hetgaat hier om grote, spiraalvormige bacteriën die bijzonder moeilijk of zelfs niet in het laboratorium kunnengekweekt worden. Ze worden in de literatuur vaak aangeduid als “H. heilmannii”. Deze benaming is evenwelonjuist en in feite betreft het hier minstens vijf verschillende Helicobacter species die ook voorkomen in demaag van huisdieren. H. suis is de meest frequent voorkomende gastrale niet-H. pylori Helicobacter species(NHPH) bij de mens. Deze kiem speelt ook een rol bij het ontstaan van maagulcera bij varkens. Andere NHPHdie aangetroffen worden in de maag van mensen zijn H. felis, H. salomonis, H. bizzozeronii en Candidatus H.heilmannii. Deze helicobacters kunnen voorkomen in de maag van honden en katten. Candidatus H. boviskomt frequent voor in de lebmaag van runderen, maar wordt slechts uitzonderlijk gevonden bij mensen. Erzijn duidelijke aanwijzingen dat dieren een bron zijn van maaginfecties met NHPH bij de mens. Alhoewel hetniet exact bekend is hoe gastrale NHPH overgedragen worden van dieren naar mensen, gebeurt dit allichtvooral door direct contact. Recentelijk is men erin geslaagd meerdere van deze kiemen in het laboratoriumte isoleren uit de maag van huisdieren. Dit zal ongetwijfeld leiden tot betere inzichten in de interacties van dezekiemen met hun gastheer.
Volledige tekst: 
pp 295-301
Overzichtsartikel(en)