2009 - 78 (4)

Volume 78 (2009), nr. 4

78 (4) 276-281

Titel: 
Echografie van de ovaria bij het varken: een praktisch hulpmiddel bij het bepalen van het inseminatietijdstip
Auteur(s): 
E. DE JONG, C. VANDERHAEGHE, A. LOPÈZ-RODRÍGUEZ, P. SIMOENS, A. VAN SOOM, A. DE KRUIF, D. MAES
Samenvatting: 
Echografie wordt sinds de jaren `90 frequent gebruikt in de varkenshouderij, vooral om drachtigheid ofeventuele afwijkingen ter hoogte van de baarmoeder vast te stellen bij zeugen. Echografie kan echter ook zeerinteressant zijn om de ovaria in beeld te brengen. Dit kan door de sonde rectaal in te brengen maar het is ookmogelijk via transabdominale weg. Door de eierstokken vóór de eerste inseminatie bij gelten of in de periodena het spenen bij zeugen regelmatig te onderzoeken, kan men het ovulatietijdstip schatten en aldus het meestgeschikte inseminatietijdstip bepalen. Dit is vooral belangrijk op bedrijven met vruchtbaarheidsproblemenwaarbij de bronstcontrole en het inseminatieschema niet optimaal verlopen. Het echografisch onderzoek vande ovaria laat eveneens toe om andere afwijkingen ter hoogte van de ovaria, zoals cysteuze ovariële follikelsof inactieve ovaria aan te tonen. Een echografisch onderzoek kan een belangrijk bijkomend hulpmiddel zijnbij het optimaliseren van het inseminatieschema of bij het diagnosticeren van ovariële afwijkingen.
Volledige tekst: 
pp 276-281
Permanente vorming

78 (4) 270-275

Titel: 
De techniek van de keizersnede bij het rund zoals uitgevoerd door Vlaamse dierenartsen
Auteur(s): 
E. VAN DE WOUWER, I. KOLKMAN, S. RIBBENS, A. DE KRUIF
Samenvatting: 
Ongeveer 50 jaar geleden werd de eerste keizersnede met succes uitgevoerd. Door de jaren heen is detechniek veranderd en verbeterd. Tegenwoordig gebeurt de keizersnede routinematig, mede door de evolutievan het Belgisch Witblauwe ras. Om na te gaan welke materialen en technieken er momenteel door depraktiserende dierenartsen worden gebruikt, werd er een enquête gehouden met vragen over de niet-gecompliceerdekeizersnede. De voorbereiding en de operatie zelf blijken te verschillen, maar veel van deze verschillen,bijvoorbeeld de keuze van desinfectantia of antibiotica, hebben echter weinig invloed op heteindresultaat. Andere zaken die in de keizersnedeprocedure al dan niet worden uitgevoerd, zoals een voorafgaandvaginaal onderzoek, kunnen het eindresultaat beïnvloeden. De daaraan verbonden risico’s wordeneveneens in dit artikel besproken. Tijdsgebrek, de ervaring van de dierenarts en de kostprijs zijn enkele redenenvoor het kiezen van bepaalde operatietechnieken of –materialen.
Volledige tekst: 
pp 270-275
Voor de praktijk

78 (4) 266-269

Titel: 
Staarttopchordoma bij een fret: cytologie met histologische en immunohistochemische bevestiging
Auteur(s): 
H. DE BOSSCHERE, A. SALOMEZ, K. CHIERS
Samenvatting: 
Een 4,5 jaar oude vrouwelijke fret (Mustela putorius furo) werd aangeboden met een massa op de top van destaart. De cytologische en histologische bevindingen waren te vergelijken met deze van een chordoma.In deze casuïstiek worden de cytologische kenmerken en de diagnose van chordoma, bevestigd door histopathologieen immunohistochemie, beschreven en geïllustreerd.
Volledige tekst: 
pp 266-269
Casuïstiek(en)

78 (4) 261-265

Titel: 
Late abortus en oedeem van de placenta door afsnoering van de navelstreng bij een koe
Auteur(s): 
M. VAN AERT, S. PIEPERS, S. DE VLIEGHER, I. KOLKMAN, J. LAUREYNS, S. RIBBENS, A. DE KRUIF
Samenvatting: 
Een afgesnoerde navelstreng kan bij het rund aanleiding geven tot foetale sterfte en abortus, meestal inde laatste maand van de dracht. Door het afsnoeren van de navelstreng kan er oedeem ontstaan in de placentaireweefsels. In geval van een keizersnede kan dit ernstige complicaties veroorzaken. In dit artikel wordteen late abortus beschreven met oedeem van de placenta ten gevolge van het afklemmen van de navelstrengbij een koe van het Belgisch Witblauwe ras.
Volledige tekst: 
pp 261-265
Casuïstiek(en)

78 (4) 256-260

Titel: 
Aanwezigheid van de ABCB1 (MDR1) deletiemutatie verantwoordelijk voor ivermectine overgevoeligheid bij enkele hondenrassen in België
Auteur(s): 
T. ERKENS, S. DAMINET, C. ROGIERS, K. GOMMEREN, E. LAMPO, D. VANDER DONCKT, A. VAN DEN BROEKE, M. VAN POUCKE, A. VAN ZEVEREN, L.J. PEELMAN
Samenvatting: 
De overgevoeligheid van Collies en aanverwante rassen voor ivermectine en bepaalde andere geneesmiddelenwordt veroorzaakt door een deletiemutatie van 4 basenparen in het ABCB1-gen, beter bekend als het MDR1-gen, datcodeert voor P-glycoproteïne. Er is echter geen informatie beschikbaar omtrent de aanwezigheid van deze deletiemutatiebij honden in België. In deze studie werd het ABCB1-genotype bepaald bij 92 honden van verschillende rassenwaarvan bekend is dat ze de mutatie kunnen bezitten. De deletiemutatie werd gevonden bij de AustralischeHerder, Collie, Sheltie en Zwitserse Witte Herder, maar was afwezig bij de Bearded Collies, Border Collies en deDuitse Herders van deze studie, wat overeenkomt met de resultaten van studies van soortgelijke populaties in anderelanden. Voor een veilig en efficiënt gebruik van geneesmiddelen en bij de selectie in de hondenfokkerij is het daaromook in België van belang rekening te houden met het ABCB1-genotype van de betrokken hondenrassen.
Volledige tekst: 
pp 256-260
Origine(e)l(e) artikel(en)

78 (4) 249-255

Titel: 
Detectie van antibiotica in gemedicineerd drinkwater: validatie en praktische toepassing van een aangepaste microbiologische inhibitietest
Auteur(s): 
C. DE LATHOUWERS, L. OKERMAN, L. DE ZUTTER
Samenvatting: 
Antibiotica en chemotherapeutica worden vaak toegediend aan voedselproducerende dieren via het drinkwater.Dit is niet altijd aangewezen of toegelaten. De controle op de aanwezigheid van deze geneesmiddelen isin vele gevallen wenselijk. Microbiologische inhibitietesten zijn eenvoudige en goedkope methoden om antibacteriëlemiddelen te detecteren in meerdere matrixen. Daarom werd een dergelijke methode op punt gesteldvoor water, met dezelfde voedingsbodem als de in de Belgische wetgeving voorgeschreven niertest. Vooreerstwerden de detectielimieten bepaald van de meeste antibiotica. Deze waren meestal veel lager dan de therapeutischeconcentraties, doch voor sulfadimidine, lincomycine en spectinomycine was het verschil relatief klein.Zinkbacitracine werd niet gedetecteerd bij de concentratie ter preventie van mucoïde enteropathie bij konijnen.In een varkensbedrijf werd aangetoond dat de concentraties van amoxicilline en doxycycline in gemedicineerdwater opgenomen aan de drinknippels, sterk verschillend waren naargelang het aftappunt, ondanks hetfeit dat de doseerapparaten op dezelfde manier waren ingesteld. Dit toont aan dat niet alle dieren op dezelfdemanier behandeld werden, en dat ze hoogstwaarschijnlijk niet allemaal dezelfde dosis opnamen. Zowel amoxicillineals doxycycline was 3 uur na de stopzetting van de behandeling niet meer aantoonbaar.Het aanzuren van drinkwater met organische zuren gaf eveneens kleine remzones. De kiemgroeiremming bijhet onderzoeken van drinkwater is dus niet altijd te wijten aan de aanwezigheid van een antibioticum. Bij deinterpretatie van deze methode moet met de mogelijkheid van valspositieve resultaten rekening gehouden worden.Deze methode is niet kwantitatief maar ze is toch zeer nuttig voor de controle op de drinkwatermedicatiein de veehouderij.
Volledige tekst: 
pp 249-255
Origine(e)l(e) artikel(en)

78 (4) 239-248

Titel: 
Biggencastratie onder verdoving
Auteur(s): 
S. VAN BEIRENDONCK, B. DRIESSEN, R. GEERS
Samenvatting: 
De castratie van biggen staat bekend als een belangrijk economisch en welzijnsprobleem in dehuidige varkenshouderij. De Belgische varkenssector staat onder druk om op korte termijn oplossingenvoor dit dierenwelzijnprobleem te vinden. Een mogelijk alternatief is het castreren van biggenonder verdoving om de pijn tijdens de castratie te verminderen. Ook de berengeur in vlees kaner door gereduceerd worden, en het dierenwelzijn en de arbeidsomstandigheden kunnen er doorverbeterd worden. Bovendien worden andere potentiële technieken om castratie te beperken, verderonderzocht. Bij castratie onder verdoving wordt de pijn tijdens de castratie weggenomen, maaranalgetica blijven noodzakelijk voor de behandeling van napijnen.
Volledige tekst: 
pp 239-248
Overzichtsartikel(en)

78 (4) 223-239

Titel: 
Feliene idiopathische cystitis
Auteur(s): 
P. DEFAUW, I. VAN DE MAELE, S. DAMINET
Samenvatting: 
Aandoeningen van de lagere urinewegen bij de kat, frequent benoemd met de term feline lower urinarytract disease (FLUTD), vormen een veel voorkomend klinisch probleem. De term FLUTD omvat verschillendeaandoeningen die de urineblaas en urethra bij katten aantasten en waarvan de belangrijkste oorzaakidiopathische FLUTD (iFLUTD) of feliene idiopathische cystitis is. De laatste jaren werden verschillenderisicofactoren en mogelijke etiologische factoren van iFLUTD geïdentificeerd. Naast abnormaliteiten terhoogte van de urineblaas zelf wordt de pathogenese van iFLUTD ook gekenmerkt door een overmatigestimulatie van het sympathisch zenuwstelsel en een afgezwakte endocriene respons. De diagnose van iFLUTDkan pas gesteld worden na de uitsluiting van alle andere gekende oorzaken van FLUTD. Omgevingsverrijking,stressreductie, blikvoer en andere strategieën om de wateropname te verhogen vormen de voornaamstebehandelingsmethoden van iFLUTD. Het hoge risico op recidieven en de potentieel letale gevolgen van eenurethrale obstructie verklaren de onvoorspelbare en soms gereserveerde prognose.
Volledige tekst: 
pp 223-239
Overzichtsartikel(en)