2009 - 78 (3)

Volume 78 (2009), nr. 3

78 (3) 196-200

Titel: 
Een schatting van de directe kosten veroorzaakt door maagdarmnematoden- en leverbotinfecties bij melkvee in Vlaanderen
Auteur(s): 
J. CHARLIER, M. SANDERS, J. VERCRUYSSE
Samenvatting: 
Het doel van deze studie was om de directe kosten te schatten veroorzaakt door maagdarmworm- en leverbotinfectiesbij de Vlaamse melkveepopulatie. Via een studie en interpretatie van vakliteratuur werdenvoor elke infectie de populatie ‘at risk’, de prevalentie van productielimiterende infecties, de effecten op dedierlijke productie, de geldwaarde van dierlijke producten en de frequentie en gemiddelde kost van een anthelminthischebehandeling bepaald. Vervolgens werden deze elementen geïncorporeerd in een rekenblad enwerd voor elke infectie de jaarlijkse veroorzaakte kost berekend. De jaarlijkse kost veroorzaakt door maagdarmwormenwerd geschat op € 10.719.909 of € 38 per volwassen koe. De jaarlijkse kost veroorzaakt door leverbotwerd geschat op € 8.270.765 of € 30 per volwassen koe.Hoewel deze cijfers geenszins kunnen geïnterpreteerd worden als de gemiddelde kost bij een geïnfecteerddier, vormen ze een indicatie van het relatieve belang van de ziekte. De resultaten van deze studie onderstrepenhet nut om beide infecties op te nemen in diergezondheidsprogramma’s.
Volledige tekst: 
pp 196-200
Permanente vorming

78 (3) 194-195

Titel: 
De isolatie van het Aujeszkyvirus bij twee jachthonden in België na het jagen op everzwijnen
Auteur(s): 
A. B. CAY, C. LETELLIER
Samenvatting: 
In deze casuïstiek worden twee verschillende gevallen beschreven van de isolatie van het Aujeszkyvirus (AV)bij jachthonden. Twee honden vertoonden elk neurologische symptomen en stierven binnen de vijf dagen na het jagenop everzwijnen. Er wordt verondersteld dat met AV-geïnfecteerde everzwijnen de bron van besmetting waren omdatéén hond de ingewanden van de geschoten everzwijnen als voer had gegeten en de andere de ingewanden en andereorganen van de geschoten everzwijnen te eten kreeg.
Volledige tekst: 
pp 194-195
Casuïstiek(en)

78 (3) 189-193

Titel: 
Neonatale veulensterfte ten gevolge van een infectie met het equine arteritis virus in België
Auteur(s): 
A. GRYSPEERDT, K. CHIERS, J. GOVAERE, G. VERCAUTEREN, R. DUCATELLE, G.R. VAN DE WALLE, H.J. NAUWYNCK
Samenvatting: 
In deze casuïstiek wordt een beperkte uitbraak beschreven van neonatale sterfte in België, veroorzaakt door een infectiemet het equine arteritis virus (EAV) bij twee veulens. De uitbraak begon met een veulen dat acute dyspneu vertoonde4 dagen na de geboorte. Ondanks een intensieve behandeling stierf het veulen enkele uren later. Drie weken laterwerd op hetzelfde bedrijf een tweede veulen geboren dat gezond leek. Tijdens het onderzoek van de vruchtvliezenwerd een verdikt oedemateus allantochorion vastgesteld. Op de leeftijd van 10 dagen werden acute ademhalingssymptomenen ernstige dyspneu waargenomen. Het veulen stierf voordat een behandeling kon worden ingesteld. Bijde autopsie werden bij beide veulens vast aanvoelende diafragmatische longkwabben en compensatoir emfyseem waargenomen.De histologische letsels waren indicatief voor een acute interstitiële pneumonie. Bij het microscopisch onderzoekvan het allantochorion van het tweede veulen werd een focale necrotiserende vasculitis vastgesteld.EAV-antigenen werden met behulp van immunohistochemie aangetoond in endotheelcellen en macrofagen. Na de inoculatievan konijnenniercellen (RK13) met longsuspensie van beide veulens werd een cytopathisch effect waargenomen.Het agens werd met behulp van immunologische kleuringen geïdentificeerd als equine arteritis virus.
Volledige tekst: 
pp 189-193
Casuïstiek(en)

78 (3) 183-188

Titel: 
Gedissemineerde Penicillium radicum infectie bij een hond klinisch gelijkend op een multicentrisch maligne lymfoom
Auteur(s): 
J. P. DE VOS, E. VAN GARDEREN, H. HENSEN, I. TANGE, I. CURFS-BREUKER, B. VANDEVELDE, J. F. MEIS
Samenvatting: 
In uitstrijkjes van vergrote perifere lymfeknopen van een hond werden schimmelstructuren aangetoond. De determinatievond plaats via kweekmedia en een genetische typering. Het DNA dat codeert voor de “ribosomal internaltranscribed spacer region” werd vermenigvuldigd, vergeleken met openbare DNA-databases en geïdentificeerd alsovereenstemmend met dat van Penicillium radicum. In vitro gevoeligheidstesten toonden een multiresistente schimmelaan. Het gebruik van P. radicum in de landbouw wordt beschreven om plantengroei te stimuleren.Door de gegeneraliseerde lymfeknoopzwelling en hypercalcemie vertoonde het ziektebeeld een sterke gelijkenismet een multicentrisch lymfoom. Hypercalcemie in granulomateuze ziektebeelden, inclusief gedissemineerde schimmelinfecties,wordt veroorzaakt door de omzetting van 25-hydroxyvitamine-D in calcitriol door geactiveerde macrofagendie 1α-hydroxylase bevatten. In Nederland en België komen systemische schimmelinfecties sporadisch voormaar ze dienen toch te worden opgenomen in de differentiaaldiagnose van honden met gegeneraliseerde lymfeknoopzwellingen hypercalcemie. Dit is de eerste publicatie van een gedissemineerde P. radicum infectie bij een hond.
Volledige tekst: 
pp 183-188
Casuïstiek(en)

78 (3) 177-182

Titel: 
Listeria monocytogenes geassocieerde meningo-encefalitis bij runderen klinisch verdacht van boviene spongiforme encefalopathie in België (1998-2006)
Auteur(s): 
S. ROELS, A. DOBLY, J. DE SLOOVERE, R. GEEROMS, E. VANOPDENBOSCH
Samenvatting: 
Listeria monocytogenes is een belangrijk voedselgeassocieerd pathogeen agens bij mens en dier. Om deaanwezigheid en het belang van deze zoönotisch bacteriële ziekte te bepalen in een subgroep van de Belgischerundveepopulatie werden alle hersenstalen van de 2.432 runderen klinisch verdacht van boviene spongiformeencefalopathie (BSE) die naar het TSE-laboratorium van het CODA werden gestuurd in de periode van 1998 tot2006, onderzocht op histopathologische letsels pathognomonisch voor L. monocytogenes meningo-encefalitis.Bijkomend werd er een Listeria specifieke immunohistochemische kleuring uitgevoerd om deze diagnose teconfirmeren. Terwijl er de laatste jaren officieel geen listeriosegevallen in de Belgische rundveepopulatie werdenbeschreven, toont de voorliggende studie aan dat meningo-encefalitis ten gevolge van listeriose nog steeds een niette verwaarlozen ziekteagens is in de Belgische rundveepopulatie. Het zoönotische karakter van L. monocytogenesnoopt ertoe om alert te blijven voor deze ziekte.
Volledige tekst: 
pp 177-182
Origine(e)l(e) artikel(en)

78 (3) 170-176

Titel: 
Impact van een 5-weekse behandeling met flubendazole op de productiviteit van mestvarkens
Auteur(s): 
A. KANORA, K. VLAMINCK, F. ROCHETTE, J. JACOBS, L. GOOSSENS
Samenvatting: 
In een Europese cohortstudie werd over een periode van 16 maanden (4 ronden) een ontwormingsprogrammabij mestvarkens geëvalueerd waarbij 30 ppm flubendazole gebruikt werd gedurende 5 dagen, 5 weken lang. De resultatenwerden vervolgens vergeleken met een onbehandelde controlegroep en met de historische gegevens van dezelfdebedrijven. De behandeling werd geëvalueerd in 4 mestvarkenbedrijven in België, Nederland en Frankrijk. Intotaal werden er 21.721 mestvarkens behandeld en telde de controlegroep 22.394 dieren. Alle bedrijven, met uitzonderingvan bedrijf A, hadden een historisch erg lage EPG (Eggs Per Gram) score voor wat betreft Ascaris suum.Na de implementatie van het ontwormingsprogramma met flubendazole was de EPG-score van deze bedrijven nihil.In drie bedrijven werd er een verlaagd aantal getroffen levers en afgekeurde levers omwille van “white spots” opgemerkt.In alle bedrijven werden er een positief effect op de dagelijkse groei (15.1 tot 34.7 gram) en een verminderdaantal “drop-outs” in de behandelde groep vastgesteld.
Volledige tekst: 
pp 170-176
Origine(e)l(e) artikel(en)

78 (3) 160-169

Titel: 
Totale intraveneuze anesthesie bij de hond
Auteur(s): 
T. WAELBERS, P. VERMOERE, I. POLIS
Samenvatting: 
Voor het onderhoud van de anesthesie bij de hond wordt er meestal gebruik gemaakt van inhalatieanesthesie. Eénvan de belangrijkste nadelen van deze techniek is echter de pollutie van de omgevingslucht. Totale intraveneuzeanesthesie (TIVA) kan hiervoor een waardevol alternatief bieden. Verschillende (combinaties van) producten enverscheidene toedieningswijzen komen voor TIVA in aanmerking. Ondanks het bestaan van meerdere mogelijkhedenlijkt bij de hond een “continuous rate infusion” (CRI) van propofol of alfaxalone als basis van de anesthesie de meestvoor de hand liggende keuze.Net zoals bij inhalatieanesthesie worden tijdens TIVA een endotracheale intubatie en de toediening van zuurstofaangeraden. Ook de mogelijkheid tot artificiële respiratie mag niet vergeten worden. Het grootste nadeel, namelijkde hoge kostprijs, lijkt in de praktijk vooral mee te spelen bij grote honden en langdurige ingrepen.
Volledige tekst: 
pp 160-169
Overzichtsartikel(en)

78 (3) 155-159

Titel: 
Hemotrofe mycoplasmen bij katten Deel 2: casuïstiek
Auteur(s): 
M.B. DUIN, H. MOYAERT, I. VAN DE MAELE, S. DAMINET, F. BOYEN
Samenvatting: 
Een acht maanden oude kat werd in apatische toestand doorverwezen naar de vakgroep Geneeskunde enKlinische Biologie van de Kleine Huisdieren van de Faculteit Diergeneeskunde in Merelbeke, België. De kat had eenerge niet-regeneratieve anemie met een hematocriet van slechts 2,9%. Het cytologisch onderzoek van een beenmerg -aspiraat leidde tot de diagnose van “pure red cell aplasia” (PRCA). Daarnaast was een PCR (polymerase chainreaction)-test voor “Candidatus Mycoplasma haemominutum” DNA positief. Hoewel niet bewezen, zou de infectiemet “Candidatus M. haemominutum” kunnen bijgedragen hebben tot een immuungemedieerde vernietiging van derode bloedcelprecursoren. Na een langdurige prednisolonebehandeling (10 maanden), meerdere bloedtransfusies eneen antimicrobiële therapie was de kat volledig hersteld. Twintig maanden na de stopzetting van de therapie warener nog steeds geen tekenen van klinisch herval.
Volledige tekst: 
pp 155-159
Thema

78 (3) 143-155

Titel: 
Hemotrofe mycoplasmen bij katten Deel 1: literatuuroverzicht
Auteur(s): 
M.B. DUIN, H. MOYAERT, F. PASMANS, F. BOYEN
Samenvatting: 
Feliene hemotrofe mycoplasmosis (FHM) is de nieuwe naam van de ziekte die vroeger bekend stond alsfeliene infectieuze anemie of hemobartonellosis. Deze ziekte wordt veroorzaakt door hemotrofe mycoplasmen(haemoplasmen). In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de huidige kennis met betrekking tot dezehaemo plasmen. Bij katten zijn er op dit moment drie verschillende hemoplasmen gekend, namelijkMycoplasma haemofelis, “Candidatus Mycoplasma haemominutum” en “Candidatus Mycoplasma turicensis”,die wereldwijd voorkomen. Er is nog veel onduidelijkheid over de risicofactoren, transmissieroutes en dereservoirs. Er lijkt een verschil in pathogeniciteit te zijn tussen de verschillende hemoplasmen, wat zou leidentot verschillende symptomen bij infecties. Vandaag de dag worden PCR-testen aangewend om tot een diagnosete komen. De behandeling met doxycycline lijkt goed te werken, maar een chronische dragerstatus komt, zelfsna behandeling, veelvuldig voor. Centraal in de preventie van FHM staan vooral de bestrijding vanectoparasieten en het voorkomen van overdracht via interspeciescontacten en iatrogene overdracht.
Volledige tekst: 
pp 143-155
Thema