2012 - 81 (1)

Volume 81 (2012), nr. 1

81 (1) pp 54-57

Volledige tekst: 
pp 54-57
Vraag en antwoord

81 (1) pp 47-53

Titel: 
Beginjaren van de KI bij rundvee in Vlaanderen - Deel 2: In de verschillende provincies (1949-1975)
Auteur(s): 
L. DEVRIESE, P. BONTE
Volledige tekst: 
pp 47-43
Uit het verleden

81 (1) pp 39-46

Titel: 
Equine proliferatieve enteropathie veroorzaakt door Lawsonia intracellularis: geen zeldzame aandoening meer!
Auteur(s): 
K. VYNCKE, P. DEPREZ, K. VERRYKEN, L. LEFÈRE, S. TORFS, G. VAN LOON
Samenvatting: 
Equine proliferatieve enteropathie, veroorzaakt door Lawsonia intracellularis, werd pas op het einde vande vorige eeuw voor het eerst beschreven en werd initieel beschouwd als een sporadisch voorkomendeaandoening, maar ze komt tegenwoordig steeds vaker voor. Als kenmerkende klinische symptomen wordenvermageren, lethargie, ventraal oedeem, koorts en eventueel diarree en koliek vermeld bij veulens van tweetot acht maanden oud. Bij bloedonderzoek valt vooral een uitgesproken hypoalbuminemie op. De diagnose kangesteld worden aan de hand van serologie en een PCR-analyse van de mest. Sinds een paar jaar wordt hetduidelijk dat een zeer groot deel van onze veulens en paarden seropositief is voor Lawsonia, hetgeen wijst opeen sterke verspreiding van het agens in de omgeving. Daarom moet equine proliferatieve enteropathie (EPE)momenteel als een belangrijke differentiaal diagnostische mogelijkheid aanzien worden bij veulens metgewichtsverlies of andere digestieve klachten.
Volledige tekst: 
pp 39-46
Permanente vorming

81 (1) pp 32-37

Titel: 
Hyperestrogenism in a female Chihuahua puppy
Auteur(s): 
J. DE LOOR, A. VAN SOOM
Samenvatting: 
Een vrouwelijke intacte chihuahuapup van vier maanden oud werd aangeboden met als klachtvulvazwelling en seksueel rijgedrag op een speelgoedbeer. Beide klachten waren reeds aanwezig vanaf 9-10weken ouderdom. Tijdens het consult viel op dat de pup ook sterk opgezette melkklieren vertoonde. Devolgende differentiaaldiagnose werd vooropgesteld: gonadotropineonafhankelijke (perifere) vroegtijdigepuberteit (of vroegtijdige pseudopuberteit) ten gevolge van een exogene opname van oestrogenen, ofwelinterseksualiteit. De eerste mogelijkheid leek het meest waarschijnlijk gezien de eigenares het gezicht en deschouders dagelijks met oestrogenengel insmeerde. Er werd aangeraden om het contact van de pup met deoestrogenengel te vermijden. Deze behandeling leverde gunstige resultaten op na een periode van tweemaanden, met zelfs het compleet verdwijnen van de klachten vier maanden na het initiële consult.
Volledige tekst: 
pp 32-37
Casuïstiek(en)

81 (1) pp 24-30

Titel: 
Thymoma-associated exfoliative dermatitis in a cat
Auteur(s): 
D. PELSMAEKERS, S. VANDENABEELE, I. CASTELIJNS, K. VANDERPERREN, T. BOSMANS, L. STEGEN, H. DE ROOSTER
Samenvatting: 
Een mannelijke, gecastreerde Europese korthaar van 10 jaar werd aangeboden met huidklachten.Schilfering, alopecie en jeukgedrag waren aanwezig. Het dermatopathologisch onderzoek toonde een interfacedermatitis met een gering aantal apoptotische keratinocyten, een murale lymfocytaire folliculitis en deafwezigheid van sebumklieren. Deze huidveranderingen kunnen voorkomen als een paraneoplastischsyndroom veroorzaakt door een thymoma. Radiografie van de borstholte bevestigde de aanwezigheid van eenmassa in het craniale mediastinum. Via een sternale thoracotomie werden een grote tumor en twee kleinegezwellen verwijderd. Histopathologisch onderzoek van de massa’s toonde aan dat het wel degelijk ging omlymfocytrijk thymoma. De kat vertoonde een snelle en sterke verbetering van de huidletsels. Twee maandenpostoperatief was er een heropflakkering van de exfoliatieve dermatitis die in regressie werd gebracht met eendexamethasonekuur. Tijdens de laatste follow-up, 6 maanden postoperatief, vertoonde de kat nog slechtsgeringe schilfering en was hij volledig jeukvrij zonder medicatie.
Volledige tekst: 
pp 24-30
Casuïstiek(en)

81 (1) pp 17-23

Titel: 
Anesthesie voor de correctie van een persisterende ductus arteriosus via chirurgie of transarteriële occlusie bij de hond
Auteur(s): 
M. GOZALO-MARCILLA, C. J. SEYMOUR, S. SCHAUVLIEGE, T. BOSMANS, F. GASTHUYS
Samenvatting: 
Persisterende ductus arteriosus (PDA) is een van de meest voorkomende congenitale hartafwijkingen bij dehond. Chirurgische ligatie (SL) en transarteriële occlusie (TO) zijn in de diergeneeskunde twee mogelijkebehandelingen en vereisen algemene anesthesie. Bij twee honden van vier maanden oud werd onder algemeneanesthesie een PDA behandeld, één via SL en de ander via TO. Twee verschillende anesthesie- en analgesieprotocols,gekozen om potentiële complicaties te voorkomen, werden gebruikt. Deze casereport beschrijft twee mogelijkebenaderingen voor de anesthesie van honden voor correctieve PDA-chirurgie (SL en TO).
Volledige tekst: 
pp 17-23
Casuïstiek(en)

81 (1) pp 11-15

Titel: 
Treatment of equine degenerative joint disease with autologous peripheral blood-derived mesenchymal stem cells: a case report
Auteur(s): 
J. H. SPAAS, M. OOSTERLINCK, S. BROECKX, M. DUMOULIN, J. SAUNDERS, A. VAN SOOM, F. PILLE, G. R. VAN DE WALLE
Samenvatting: 
Een vijfjarige Duitse warmbloedhengst die chronisch mank was ten gevolge van een degeneratieve aandoeningin het kroongewricht en die geen verbetering vertoonde na conservatieve therapieën, werd behandeld met autologemesenchymale stamcellen (MSC). Deze MSC werden geïsoleerd uit het perifeer bloed van de patiënt en 2,5 miljoenvan deze cellen werden in het gewricht geïnjecteerd, tweemaal met een interval van acht weken. De positieve evolutiena behandeling werd gedocumenteerd aan de hand van een klinische evaluatie en objectieve drukplaatanalysen.In dit artikel wordt voor de eerste maal het gebruik van perifeer bloed beschreven als bron van MSC voor hetbehandelen van een degeneratieve gewrichtsaandoening bij een paard.
Volledige tekst: 
pp 11-15
Casuïstiek(en)

81 (1) pp 3-10

Titel: 
Enterohemorrhagic Escherichia coli with particular attention to the German outbreak strain O104:H4
Auteur(s): 
M.A. JORIS, D. VANROMPAY, K. VERSTRAETE, K. DE REU, L. DE ZUTTER
Samenvatting: 
In dit overzichtsartikel worden de epidemiologie en de ecologie van de enterohemorragische Escherichia coli(EHEC), een subset van de verocytotoxigene E. coli (VTEC) besproken en wordt het belang ervan voor devolksgezondheid toegelicht. Speciale aandacht wordt besteed aan de uitbraakstam O104:H4 die geïsoleerd werd alsverwekker van de tweede grootste uitbraak van het hemolytische uremisch syndroom wereldwijd. Deze uitbraakbegon in mei 2011 in Duitsland maar hield heel Europa in de ban. Deze stam is echter geen EHEC als dusdanig, maarbezit een ongewone combinatie van virulentiefactoren van zowel EHEC als enteroaggregatieve E. coli.
Volledige tekst: 
pp 03-10
Overzichtsartikel(en)