2013 - 82 (4)

Volume 82 (2013), nr.4

82 (4) pp 234-237

Volledige tekst: 
pp 234-237
Vraag en antwoord

82 (4) pp 225-233

Titel: 
Tenosynovitis van de sesamschede bij het paard: diagnostiek en behandeling
Auteur(s): 
M. JORDANA, A. MARTENS, M. OOSTERLINCK, K. VANDERPERREN, F. PILLE
Samenvatting: 
Clinici worden vaak geconfronteerd met kreupele paarden die een opzetting van desesamschede vertonen. De sesamschede is echter een relatief complexe synoviale structuur diediverse uitdagingen biedt op het gebied van diagnostiek en behandeling van letsels. In dit artikelwordt een overzicht gegeven van de diagnostische en therapeutische aspecten van niet-infectieuzetenosynovitis van de sesamschede.
Volledige tekst: 
pp 225-233
Permanente vorming

82 (4) pp 217-224

Titel: 
Losse processus coronoïdeus van de elleboog bij een tien jaar oude Tervuerense herder
Auteur(s): 
C. BRIELS, J. SAUNDERS, K. VERMOTE, I. POLIS, B. VAN RYSSEN
Samenvatting: 
In deze casus wordt de aanwezigheid van een losse processus coronoïdeus bij een tien jaar oude,mannelijke Tervuerense herder beschreven. Het signalement is atypisch, aangezien deze aandoeningvoornamelijk jonge honden treft en ze minder frequent bij Tervuerense herders voorkomt. Dehond vertoonde unilaterale kreupelheid aan de linkervoorpoot die over een periode van negenmaanden geleidelijk was toegenomen. Dankzij verder orthopedisch en radiografi sch onderzoek koneen defi nitieve diagnose van een losse processus coronoïdeus worden gesteld. Naast de afwijkendevorm van de mediale processus coronoïdeus en erge osteosclerose was er slechts milde artrose op temerken, wat men niet zou verwachten bij een oudere hond met een chronisch probleem. Bovendienwas het probleem unilateraal aanwezig, terwijl een losse processus coronoïdeus zich vaak bilateraalmanifesteert. Met behulp van artroscopie kon men het gewricht inspecteren en werd het aanwezigelosse fragment met succes verwijderd. In een groot deel van de gevallen blijven oudere dieren na deingreep manken, maar in dit geval gaf de ingreep aanleiding tot een duidelijke klinische verbeteringen de hond werd opnieuw mankvrij.
Volledige tekst: 
pp 217-224
Casuïstiek(en)

82 (4) pp 211-216

Titel: 
Traumatische atlanto-occipitale subluxatie en craniale cervicale blokwervels bij een steenarend (Aquila chrysaetos)
Auteur(s): 
E. FRAGA-MANTEIGA, K. EATWELL, S. SMITH, E. MANCINELLI, T. SCHWARZ
Samenvatting: 
Een steenarend (Aquila chrysaetos) werd onderzocht voor evenwichtsproblemen die ontstaan warenna trauma door een harde landing tijdens de fi tnesstraining. Met magnetische resonantie en computertomografie werd een chronische atlanto-occipitale subluxatie aangetoond met een craniodorsale verplaatsingvan de atlas (atlanto-occipitale overlapping) en secundair een dynamische compressie van dehersenstam en het ruggenmerg. Bovendien werd een malunion van een oudere fractuur gezien met fusievan C1 en C2. De vogel werd geëuthanaseerd omwille van de klinische achteruitgang en een slechteprognose.
Volledige tekst: 
pp 211-216
Casuïstiek(en)

82 (4) pp 201-210

Titel: 
Het couperen van de staart bij lammeren: staarteigenschappen, (contra-)indicaties, wetgeving en alternatieve managementmaatregelen
Auteur(s): 
B. DRIESSEN, E. PEETERS, J. VAN THIELEN, S. VAN BEIRENDONCK
Samenvatting: 
Hoewel het couperen van de staart bij vrouwelijke lammeren in de Belgische schapenhouderijnog steeds wordt uitgevoerd, dienen er toch vragen over de effectiviteit van het couperen endaardoor ook over de noodzakelijkheid van deze ingreep te worden gesteld. Het couperen vanlammerstaarten is eerder te beschouwen als een cosmetische behandeling dan een behandelingter preventie van myiasis. Om de myiasisincidentie bij schapen effectief te beperken, dient defocus op andere bedrijfsmaatregelen dan het couperen van staarten te worden gelegd. In ditartikel wordt het couperen van lammerstaarten ter discussie gesteld en alternatieven, die al danniet onmiddellijk implementeerbaar zijn, worden belicht. De dierenarts kan de schapenhouderadviseren om meer doeltreffende managementmaatregelen in de strijd tegen myiasis te nemen. Eenfrequente controle van de dieren, het beperken van de bevuiling van de achterhand, het preventiefgebruik van antiparasitaire middelen, scheermanagement en het gebruik van vliegenvallen zijndaarbij belangrijk.
Volledige tekst: 
pp 201-210
Overzichtsartikel(en)

82 (4) pp 191-200

Titel: 
Negatieve druktherapie ter bevordering van de wondheling bij gezelschapsdieren
Auteur(s): 
A. L. SPILLEBEEN, M. OR, B. VAN GOETHEM, H. DE ROOSTER
Samenvatting: 
Negatieve druktherapie is een algemeen aanvaarde behandelingsmethode bij humane patiëntenmet acute en chronische wonden. De lokale toepassing van negatieve druk bevordert de doorbloedingvan het wondbed, de vorming van gezond granulatieweefsel en de evacuatie van wondvocht.De interesse om deze techniek ook bij gezelschapsdieren toe te passen neemt wereldwijd toe. Erzijn reeds verschillende positieve effecten waargenomen na experimentele en klinische behandelingvan wonden, maar een grondige evaluatie van de negatieve druktherapie bij gezelschapsdierenontbreekt tot op heden.
Volledige tekst: 
pp 191-200
Overzichtsartikel(en)

82 (4) pp 181-190

Titel: 
Verschillende methoden om mycotoxineproductie en de impact op de diergezondheid tegen te gaan
Auteur(s): 
M. DEVREESE, P. DE BACKER, S. CROUBELS
Samenvatting: 
De aanwezigheid van mycotoxines in veevoeder kan aanzienlijke schade aan de diergezondheid toebrengen.Dit kan tot beduidende economische verliezen leiden voor de veehouderij. In dit overzichtsartikelworden de belangrijkste maatregelen weergegeven om mycotoxineproductie tegen te gaan en haareffect op de diergezondheid te verminderen. Zowel de mogelijke maatregelen vóór als na de oogst eneen overzicht van de verschillende mycotoxine-detoxifi cerende producten worden besproken. De huidigewetgeving met betrekking tot maximum toegelaten gehaltes of indicatieve waarden van mycotoxines inverschillende voeders wordt eveneens vermeld. Deze wetgeving stelt de landbouwindustrie in staat omde resultaten van voederanalysen te interpreteren en te beslissen om al dan niet maatregelen te treffen.
Volledige tekst: 
pp 181-190
Thema

82 (4) pp 171-179

Titel: 
Overzicht van de meest belangrijke mycotoxines voor de varkens- en pluimveehouderij
Auteur(s): 
M. DEVREESE, P. DE BACKER, S. CROUBELS
Samenvatting: 
Mycotoxines zijn secundaire metabolieten geproduceerd door verschillende schimmelsoorten die aanwezigkunnen zijn op diverse landbouwgewassen. Ze worden wereldwijd als een groot probleem aanzienomwille van hun schadelijke effecten op de humane en dierlijke gezondheid. De contaminatie leidt totaanzienlijke economische schade, voornamelijk in de varkens- en pluimveehouderij. Er werden reeds meerdan 400 mycotoxines beschreven. Slechts enkele zijn echter belangrijk omwille van hun toxiciteit. In ditoverzichtsartikel worden de belangrijkste mycotoxines beschreven, namelijk deoxynivalenol (DON), T-2toxine (T-2), zearalenone (ZON), fumonisine B1 (FB1), ochratoxine A (OTA) en afl atoxine B1 (AFB1).Voor elk toxine worden de chemische structuur, het werkingsmechanisme en zowel de acute als chronischetoxiciteit bij varkens en pluimvee weergegeven.
Volledige tekst: 
pp 171-179
Thema