2013 - 82 (2)

Volume 82 (2013), nr.2

82 (2) pp 97-99

Volledige tekst: 
pp 97-99
Vraag en antwoord

82 (2) pp 91-96

Titel: 
Computertomografie voor de detectie van longnodulen bij de hond
Auteur(s): 
K. KROMHOUT, A. WOUTERS, I. GIELEN
Samenvatting: 
Computertomografi e is de laatste jaren meer en meer beschikbaar in de diergeneeskunde. Eenbelangrijke toepassing is de detectie van longnodulen bij kankerpatiënten. Het vroegtijdig opsporenis essentieel voor het bepalen van de therapie en de prognose van de ziekte. In dit artikel worden hetgebruik, de meerwaarde en de beperkingen van deze beeldvormingstechniek beschreven.
Volledige tekst: 
pp 91-96
Permanente vorming

82 (2) pp 87-90

Titel: 
Spontane bloedingen bij een pasgeboren kalf met persisterende BVDV1b-infectie
Auteur(s): 
J. LAUREYNS, B. PARDON, A. B. CAIJ, S. SARRAZIN, P. DEPREZ
Samenvatting: 
Een kalf vertoonde op zijn tweede levensdag huidbloedingen en werd doorverwezen naar de kliniekonder verdenking van boviene neonatale pancytopenie (BNP). Hematologisch onderzoek toonde extremetrombocytopenie, matige anemie, maar geen leukopenie aan. Een PCR-test op gehepariniseerd bloed waspositief voor het boviene virale diarreevirus (BVDV), net als bij twee BVDV-antigeen ELISA’s op bloeddie drie en tien weken later genomen werden. Niet-cytopathogeen BVDV-type 1b werd geïsoleerd uit hetbloed. Alhoewel het kalf herstelde van de bloedingen en gezond bleef, werd het wegens de persisterendeBVDV-infectie geëuthanaseerd op de leeftijd van elf weken. Op basis van de anamnese kon BNPuitgesloten worden uit de differentiaaldiagnose. Deze casus toont aan dat het bloedingssyndroom nietuitsluitend het gevolg is van besmetting met BVDV-type 2 en dat de klinische verschijnselen bij metBVDV1b besmette neonatale kalveren identiek kunnen zijn aan deze bij BNP.
Volledige tekst: 
pp 87-90
Casuïstiek(en)

82 (2) pp 81-86

Titel: 
Leiomyomata van salpinx en baarmoeder bij merries
Auteur(s): 
H.M. NELIS, B. LEEMANS, C. DE VRIES, M. HOOGEWIJS, K. CHIERS, J. GOVAERE
Samenvatting: 
In dit artikel wordt een geval beschreven van een baarmoederleiomyoma bij een 17 jarige, chronischinfertiele selle-françaismerrie. De massa werd verwijderd door transendoscopische elektrocoagulatie. Indezelfde periode werden in een slachthuis 725 merries gecontroleerd op solide salpinx- en baarmoedermassa’s.Er werd in twee baarmoeders en in één salpinx een massa aangetroffen bij drie verschillendemerries. Histologisch en immunohistochemisch onderzoek toonde een leiomyoma aan in de vier bovengenoemdegevallen. Voor zover de auteurs weten, wordt in dit artikel het eerste geval van een leiomyomain de salpinx van een merrie beschreven.
Volledige tekst: 
pp 81-86
Casuïstiek(en)

82 (2) pp 75-80

Titel: 
Iatrogene trachearuptuur bij een Britse korthaar
Auteur(s): 
A.L. SAUERMANN, A. RUBIO-GUZMAN, T. BOSMANS, K. VANDERPERREN, H. DE ROOSTER
Samenvatting: 
Trachearuptuur is een zeldzame aandoening bij katten die meestal iatrogeen ontstaat. In dezecasuïstiek wordt een cervicale trachearuptuur bij een volwassen, mannelijke Britse korthaar meteen recente voorgeschiedenis van endotracheale intubatie beschreven. De kat werd aangeboden metextreem subcutaan emfyseem, een matige tot uitgesproken pneumothorax, een pneumomediastinumen een pneumoretroperitoneum. Hij vertoonde geen symptomen van dyspnee of hypoxie. Dedefi nitieve diagnose werd gesteld met tracheoscopie. De trachearuptuur werd chirurgischgecorrigeerd en de operatie verliep probleemloos. De kat herstelde snel na de operatie. Vier dagenpostoperatief werd de kat ontslagen uit de kliniek. Bij de controle, vijf weken later, verkeerde dekat in een uitstekende lichamelijke toestand en dit was ook vier maanden later nog steeds het geval.
Volledige tekst: 
pp 75-80
Casuïstiek(en)

82 (2) pp 69-74

Titel: 
Drie gevallen van Hepatozoon canis-infectie bij honden geïmporteerd uit Spanje
Auteur(s): 
D. CRIEL, A. VANDENBERGHE
Samenvatting: 
Deze casuïstiek beschrijft drie honden afkomstig uit Málaga (Spanje), met een Hepatozoon canisinfectie.De dieren werden bij een Belgische dierenarts aangeboden wegens koorts van onbekendeoorsprong. Op een bloeduitstrijkje werden talrijke gamonten van H. canis waargenomen in deneutrofiele granulocyten. De hond met de meest uitgesproken klinische klachten was bijkomendbesmet met Ehrlichia canis. In dit artikel worden de levenscyclus, klinische bevindingen, diagnostiek,behandelingsmogelijkheden en epidemiologie van H. canis besproken. Gezien het toenemend belangvan importziekten wordt aangeraden H. canis als differentiaaldiagnose te overwegen bij dieren diein endemische gebieden hebben verbleven.
Volledige tekst: 
PP 69-74
Casuïstiek(en)

82 (2) pp 63-68

Titel: 
Chirurgische excisie van een branchiale cyste bij een hond
Auteur(s): 
J. DHONT, A. FURCAS, E. VANDERVEKENS, I. POLIS, H. DE ROOSTER
Samenvatting: 
Een zes jaar oude, vrouwelijke, gecastreerde cavalier king charles werd aangeboden voor verderonderzoek en behandeling van een recidiverende zwelling ter hoogte van de linkerkaakregio. Opbasis van een klinisch en echografi sch onderzoek werd de waarschijnlijkheidsdiagnose van eensialocele van de linkerparotisspeekselklier gesteld. Er werd besloten tot chirurgische excisie van despeekselklier. Tijdens de chirurgie werd een cysteus proces van de parotisspeekselklier, verbondenmet een meer ventraal gelegen cyste, gevisualiseerd. Zowel de parotisspeekselklier als de ventralecyste werd vrijgeprepareerd en verwijderd. Op basis van een histopathologisch onderzoek vanhet verwijderde weefsel werd de diagnose van een branchiale cyste gesteld. Afgezien van eengedeeltelijke facialisparalyse de eerste dag postoperatief, verliep het herstel vlot. Tot op heden,inmiddels meer dan een jaar postoperatief, werd geen recidief vastgesteld.
Volledige tekst: 
pp 63-68
Casuïstiek(en)

82 (2) pp 59-62

Titel: 
Cutane neosporose bij een volwassen hond in België
Auteur(s): 
T. DE SCHUYTER, H.E.V. DE COCK, P. LEMMENS
Samenvatting: 
Een twaalf jaar oude, vrouwelijke, gesteriliseerde greyhound werd aangeboden met ulceratievenodulaire letsels, algemene zwakte en pijn. De hond werd op dat moment behandeld met prednisolonevoor een vermoedelijke diagnose van cervicale discus hernia. Op het microscopisch onderzoek van eenfi jnenaaldaspiratie-biopt van de nodulaire letsels werden protozoaire tachyzoïeten gezien. Het immunohistochemischonderzoek bevestigde de diagnose van Neospora caninum-infectie. Een behandeling metclindamycine en de stopzetting van een immunosuppressieve behandeling leidden tot volledig herstel. Ditartikel beschrijft het eerste geval van cutane neosporose in België.
Volledige tekst: 
pp 59-62
Casuïstiek(en)