79 (5) pp 337-344

Titel: 
Elektrocardiografie bij paarden – deel 2: interpretatie van het EKG
Auteur(s): 
T. VERHEYEN, A. DECLOEDT, D. DE CLERCQ, P. DEPREZ, S. U. SYS, G. VAN LOON
Samenvatting: 

De paardendierenarts wordt geconfronteerd met een waaier van dysritmieën, waarvan sommige fysiologisch zijn.Een elektrocardiogram (EKG) tijdens inspanning kan helpen om een onderscheid te maken tussen fysiologische enpathologische dysritmieën, wat het belang van opnamen tijdens inspanning onderstreept.De evaluatie van een EKG moet volgens een strikte werkwijze verlopen om fouten te vermijden. Een vuistregelis dat elke P-golf moet worden gevolgd door een QRS-complex, en elk QRS-complex moet voorafgegaan wordendoor een P-golf.De classificatie van dysritmieën volgens hun oorsprong helpt de veranderingen die deze veroorzaken op hetEKG te verklaren. Op deze manier kunnen dysritmieën met een oorspong in de sinusknoop, het atriale myocard, deatrio ventriculaire knoop of het ventriculaire myocard worden onderscheiden.Artefacten kunnen leiden tot misinterpretaties. Aan de basis van het vermijden van misinterpretaties ligt een EKGopnamevan goede kwaliteit, maar tijdens inspanning kunnen artefacten bijna niet vermeden worden. Veranderingenin P- en T-golven die optreden tijdens inspanning, leiden vaak ook tot verkeerde interpretaties maar hebben geen enkeleklinische betekenis.

Volledige tekst: 
pp 337-344
Thema