76 (6) 417-422

Titel: 
Herhaalbaarheid van de radiografische beoordeling van heupdysplasie bij de hond
Auteur(s): 
F. COOPMAN, G. VERHOEVEN, D. PAEPE, H. VAN BREE, L. DUCHATEAU, J.H. SAUNDERS
Samenvatting: 

Om de manier van het beoordelen van de heupkwaliteit beter te begrijpen, werd de herhaalbaarheid van zowelde technische kwaliteitsbeoordeling van de radiografische opname, als van de verschillende morfologischebeoordelingen en van de eindbeoordeling van heupdysplasie bij de hond door verschillende beoordelaars inkaart gebracht. Honderd radiografieën werden technisch gekeurd en de heupen werden morfologisch beoordeelddoor zes individuele beoordelaars en door twee groepen van telkens 2 beoordelaars. Deze zes beoordelaars ende twee groepen van telkens 2 beoordelaars werden ook gevraagd deze opnamen volgens de FCI (FédérationCynologique Internationale) instructies te beoordelen. Het was duidelijk dat de technische kwaliteitsbeoordelingsterk verschilde afhankelijk van de beoordelaar. De overeenkomst was klein tussen de beoordelingen van demorfologische kenmerken voor sommige beoordelaars. De overeenkomst tussen de beoordelingen van de tweegroepen was groter (harmonisatie tussen beoordelaars). Er was geen grote overeenkomst tussen de eindscore(FCI; A,B,C,D,E) gegeven door sommige beoordelaars, terwijl de overeenstemming tussen de beoordelingen vanandere beoordelaars dan weer van een aanvaardbaar niveau was. De resultaten van deze studie tonen aan dat dekwaliteitsbeoordeling van ventrodorsale gestrekte radiografieën van heupen, het beoordelen van morfologischekenmerken en het toekennen van een eindbeoordeling zeer variabel kunnen zijn afhankelijk van de beoordelaar,gaande van totaal verschillend tot bijna gelijk. Het is noodzakelijk om oplossingen te vinden waardoor de overeenkomsttussen de beoordelingen van de verschillende beoordelaars kan worden vergroot.

Volledige tekst: 
pp 417-422
Origine(e)l(e) artikel(en)