Titel:
Anesthesie voor cystotomie bij een hond met pancreatitis en een portosystemische shunt
Auteur(s):
S. SCHAUVLIEGE, C. SEYMOUR, J.C. BREARLEY, F. GASTHUYS
Samenvatting:
Een 21 maanden oude cocker spaniel met een portosystemische shunt, een matige trombocytopenie en eengeschiedenis van pancreatitis onderging onder algemene anesthesie een cystotomie om blaaspoliepen en -stenen teverwijderen. De portosystemische shunt werd reeds een maand medicamenteus behandeld met lactulose, ampicillineen een aangepast dieet. Na premedicatie met methadon (0,2 mg/kg intramusculair (IM)) werd de anesthesiegeïnduceerd met propofol 4 mg/kg intraveneus en onderhouden met isofluraan in zuurstof. Bijkomend werden 2 mLlidocaïne 2% en 0,1 mg/kg morfine geïnjecteerd in de lumbosacrale epidurale ruimte. Eveneens werd 0,1 mg/kgmeloxicam intraveneus toegediend. Behalve een matige daling van de arteriële bloeddruk na de epidurale injectie enhet feit dat artificiële respiratie nodig was tijdens de chirurgie verliep zowel de anesthesie als recovery zonderproblemen. Methadon (0,2 mg/kg IM om de 4 uur initieel, daarna 0,1 mg/kg IM om de 6 uur) en meloxicam (0,1mg/kg de eerste dag, daarna 0,05 mg/kg oraal gedurende 4 dagen) werden toegediend voor postoperatieve analgesie.