Casuïstiek(en)

Nederlands

79 (4) 297-301

Titel: 
Eerste rapport van multinodulaire pulmonaire fibrose geassocieerd met equine herpesvirus 5 in België
Auteur(s): 
K. VERRYKEN, V. SAEY, S. MAES, K. BORCHERS, G. VAN DE WALLE, R. DUCATELLE, P. DEPREZ
Samenvatting: 
Een twintig jaar oude merrie werd aangeboden met anorexie, gewichtsverlies, koorts en sufheid. Tijdens hetklinisch onderzoek werden een slechte lichaamsconditie, een verhoogde ademhalingsfrequentie en versterkteademhalingsgeluiden aangetoond. Op het echografisch onderzoek waren meerdere verdichtingen in de long zichtbaar,hetgeen bevestigd werd door de radiografische bevindingen. Het paard werd behandeld met antibiotica en steroïdenen kreeg een ondersteunende therapie, maar door het gebrek aan verbetering werd uiteindelijk beslist om het dier teeuthanaseren. Op de lijkschouwing werden meerdere coalescerende nodulen in de longen aangetroffen. Histologievan de nodulen wees op een diffuse interstitiële fibrose met macrofagen die een sterk eosinofiel cytoplasma hadden,met de aanwezigheid van ovale eosinofiele tot amfofiele intranucleaire inclusies. Equine Herpesvirus (EHV) type 5werd met PCR aangetoond in het weefsel van het paard. De diagnose van equine multinodulaire pulmonaire fibrose(EMPF) werd gesteld.Dit is het eerste rapport van EMPF in België. EMPF kan gediagnosticeerd worden aan de hand van deechografische, radiografische en lijkschouwingsbevindingen. EHV5 lijkt gecorreleerd te zijn met EMPF, maar verderonderzoek is nodig.
Volledige tekst: 
pp 297-301
Casuïstiek(en)

79 (4) 292-296

Titel: 
Oestrogeengeïnduceerde pancytopenie door een sertoliceltumor bij een cryptorche beauceron
Auteur(s): 
H. DE BOSSCHERE, C. DEPREST
Samenvatting: 
Dit is een beschrijving van de voorgeschiedenis, radiografie, echografie, hematologie, beenmergpunctie enhistologie van een oestrogeengeïnduceerde pancytopenie ten gevolge van een tumorale ontaarding van cryptorchetestikels. Deze anemie verbeterde geleidelijk na castratie, verscheidene bloedtransfusies en nandrolondecanoaat.
Volledige tekst: 
pp 292-296
Casuïstiek(en)

79 (4) 284-291

Titel: 
Anesthesie voor cystotomie bij een hond met pancreatitis en een portosystemische shunt
Auteur(s): 
S. SCHAUVLIEGE, C. SEYMOUR, J.C. BREARLEY, F. GASTHUYS
Samenvatting: 
Een 21 maanden oude cocker spaniel met een portosystemische shunt, een matige trombocytopenie en eengeschiedenis van pancreatitis onderging onder algemene anesthesie een cystotomie om blaaspoliepen en -stenen teverwijderen. De portosystemische shunt werd reeds een maand medicamenteus behandeld met lactulose, ampicillineen een aangepast dieet. Na premedicatie met methadon (0,2 mg/kg intramusculair (IM)) werd de anesthesiegeïnduceerd met propofol 4 mg/kg intraveneus en onderhouden met isofluraan in zuurstof. Bijkomend werden 2 mLlidocaïne 2% en 0,1 mg/kg morfine geïnjecteerd in de lumbosacrale epidurale ruimte. Eveneens werd 0,1 mg/kgmeloxicam intraveneus toegediend. Behalve een matige daling van de arteriële bloeddruk na de epidurale injectie enhet feit dat artificiële respiratie nodig was tijdens de chirurgie verliep zowel de anesthesie als recovery zonderproblemen. Methadon (0,2 mg/kg IM om de 4 uur initieel, daarna 0,1 mg/kg IM om de 6 uur) en meloxicam (0,1mg/kg de eerste dag, daarna 0,05 mg/kg oraal gedurende 4 dagen) werden toegediend voor postoperatieve analgesie.
Volledige tekst: 
pp 284-291
Casuïstiek(en)

79 (4) 275-283

Titel: 
Intraluminale stents voor de behandeling van tracheacollaps bij de hond
Auteur(s): 
M.C. VAN DER SLOOT, L. STEGEN, D. BINST, K. PIRON, H. HAERS, B. VAN GOETHEM
Samenvatting: 
Tracheacollaps is een progressieve, degeneratieve aandoening die medicamenteus en/of chirurgisch kanworden behandeld. In dit artikel worden 5 patiënten besproken met ernstige ademhalingsklachten,inspanningsintolerantie, syncope en/of cyanose ten gevolge van tracheacollaps waarbij ondanksmedicamenteuze therapie de levenskwaliteit slecht bleef. Er werd een intraluminale prothese geplaatst omhet gecollabeerde deel mechanisch te ondersteunen en zo het tracheale lumen te vergroten. Enkelewaargenomen complicaties na de plaatsing konden worden toegeschreven aan het gebruik van onaangepastestents (het optreden van granulatieweefsel, het verkorten van de stent na de plaatsing en recidief van de collapswanneer slechts een deel van de trachea werd ondersteund). Complicaties veroorzaakt door intraluminalestents kunnen levensbedreigend zijn. Eén patiënt stierf aan een obstructie van de trachea doorgranulatieweefsel. De levenskwaliteit van de overige 4 patiënten verbeterde opvallend: 2 patiënten warenverbeterd (gemiddelde opvolging 3,5 maanden) en 2 patiënten waren symptoomloos (gemiddelde opvolging 9maanden).
Volledige tekst: 
pp 275-283
Casuïstiek(en)

79 (5) pp 395-399

Titel: 
Anesthesie en analgesie voor laminectomie als behandeling van cauda equina compressie bij een stinkdier (Mephitis mephitis)
Auteur(s): 
M. GOZALO MARCILLA, T. BOSMANS, T. HELLEBUYCK, S. DE DECKER, A. VAN CAELENBERG, S. SCHAUVLIEGE
Samenvatting: 
Een 6 jaar oud mannelijk stinkdier (Mephitis mephitis) van 5,9 kg werd onder anesthesie gebracht voordiagnostische beeldvorming en een tweede maal voor een laminectomie ter hoogte van L6/S1, ter behandeling vanlumbosacrale stenose. De anesthesie werd telkens geïnduceerd met 5% isofluraan in zuurstof, via een masker. Naendotracheale intubatie werd de anesthesie onderhouden met isofluraan in zuurstof. Wanneer nodig was, werd hetdier kunstmatig beademd. Voorafgaand aan de chirurgische interventie werd carprofen toegediend als analgeticum.Tijdens de anesthesie werd een fentanylinfuus gegeven en postoperatief werd buprenorphine toegediend. Het infuusmet fentanyl zorgde voor bijkomende analgesie, om de benodigde hoeveelheid isofluraan te verminderen. Hypoxemietrad op op het einde van de ingreep, maar werd succesvol behandeld met een vital capacity manoeuvre. Drie wekenna de operatie was het dier terug in staat de achterpoten te bewegen.
Volledige tekst: 
pp 395-399
Casuïstiek(en)

79 (5) pp 389-394

Titel: 
Patroonalopecia ten gevolge van cysteuze ovaria bij een bouvier
Auteur(s): 
S.VANDENABEELE, B. VAN GOETHEM, H. DE ROOSTER
Samenvatting: 
Een 9 jaar oude, gesteriliseerde, vrouwelijke bouvier werd aangeboden met een persisterende vaginaleuitvloeiing en een traag progressieve, bilateraal symmetrische alopecia ter hoogte van de hals, schouders enflanken, ventraal op de buik en ter hoogte van het perineum. Tijdens het klinisch onderzoek werdpatroonalopecia met maculaire melanosis op het ventrale abdomen en in de perineumstreek vastgesteld. Erwaren ook veranderde uitwendige geslachtskenmerken aanwezig, zoals een gezwollen vulva en gynaecomastie.Op de abdominale echografie werd de aanwezigheid van twee ovaria (de rechter met verschillende grotecysten) en een opgezette cervixstomp vastgesteld. Tijdens een exploratieve celiotomie werden de ovaria en destomppyometra verwijderd. Het histopathologisch onderzoek bevestigde de aanwezigheid van folliculairecysten in beide ovaria. De definitieve diagnose was hyperoestrogenisme ten gevolge van folliculaire ovariëlecysten. Deze casus toont aan dat zelfs bij een initieel misleidende anamnese (‘gesteriliseerde teef’) toch eenjuiste hormonale oorzaak kan worden gevonden op basis van een correcte interpretatie van de huidletsels.
Volledige tekst: 
pp 389-394
Casuïstiek(en)

79 (6) pp 460-462

Titel: 
Chytridiomycosis related mortality in a midwife toad (Alytes obstetricans) in Belgium
Auteur(s): 
F. PASMANS, M. MUIJSERS, S. MAES, P. VAN ROOIJ, M. BRUTYN, R. DUCATELLE, F. HAESEBROUCK, A. MARTEL
Samenvatting: 
Chytridiomycosis, caused by the fungus Batrachochytrium dendrobatidis, contributes to amphibian declines worldwide. Recently, the fungus has shown to be widely distributed in Belgium and the Netherlands, although no clinical cases of the disease have been diagnosed yet. This case report describes the first case of mortality due to chytridiomycosis in Belgium in a wild population of midwife toads (Alytes obstetricans). The presence of clinical chytridiomycosis, combined with the relatively high prevalence of the fungus in Belgium, emphasizes the urgent need for a thorough study on the impact of infection on the native amphibian populations in Belgium.
pp 460-462
Casuïstiek(en)

80 (1) pp 61-68

Titel: 
Metabole botafwijkingen en hyperparathyroïdie bij een volwassen hond na consumptie van een slecht uitgebalanceerd huishouddie
Auteur(s): 
A. VERBRUGGHE, D. PAEPE, L. VERHAERT, J. SAUNDERS, J. FRITZ, G.P.J. JANSSENS, M. HESTA
Samenvatting: 
Een acht jaar oude, mannelijk intacte briard werd aangeboden met een niet-pijnlijke diffuse zwelling van de manibulaen maxilla. De tanden stonden los. De kaken voelden aan als rubber. Radiografisch onderzoek toonde een algemeneosteopenie. Ultrasonografie liet een prominente zwelling van de bijschildklieren zien. De plasma parathyroïdhormoonconcentratie was extreem hoog, de serum 25-hydroxy-vitamin D (25-OH Vit D) concentratie was laagen het serumgeïoniseerd calcium bleef binnen de referentiewaarden. Aangezien de hond ook reeds vele jaren een nietuitgebalanceerdhuishouddieet als voeder kreeg, werd de diagnose van rubber jaw, osteomalacie en secundaire hyperparathyroïdieten gevolge van een diëtair calcium- en vitamine D-tekort gesteld. Na vier maanden resulteerde decorrectie van het dieet in een klinische verbetering en een normalisatie van de plasma parathyroïd hormoonconcentratie.Hoewel de serum 25-OH Vit D-waarde reeds een duidelijke stijging vertoonde, werden de referentiewaardenniet bereikt. Dit kwam omdat de eigenaar het dieet van de patiënt na verloop van tijd veranderde.
Volledige tekst: 
pp 61-68
Casuïstiek(en)

80 (1) pp 55-60

Titel: 
Een ongewoon geval van leptospirose: acute dyspnee en icterus bij een twee maanden oud veulen
Auteur(s): 
B. Broux, I. Durie, S. Torfs, B. Wegge, R. Ducatelle, P. Deprez
Samenvatting: 
Een warmbloed merrieveulen van twee maanden oud werd aangeboden wegens sufheid en een pompendeademhaling. De belangrijkste afwijkingen bij klinisch onderzoek en bloedonderzoek waren icterus, dyspneeen nierinsufficientië. Het veulen werd geëuthanaseerd en op lijkschouwing werden uitgebreide nier- enleverletsels, in combinatie met alveolaire bloedingen gevonden. De diagnose van leptospirose werd bevestigddoor immunofluorescentie. In tegenstelling tot in de humane geneeskunde, denkt men bij respiratoiresymptomen bij paarden zelden aan leptospirose. Deze casus, samen met enkele voorbeelden uit de literatuur,toont aan dat de frequentie van respiratoire symptomen ten gevolge van alveolaire bloedingen na eenleptospireninfectie, mogelijk onderschat wordt. Het is noodzakelijk om, voornamelijk bij veulens, ookleptospirose in de differentiaaldiagnose van dyspnee op te nemen.
Volledige tekst: 
pp 55-60
Casuïstiek(en)

80 (1) pp 49-54

Titel: 
Erge aortaklepinsufficiëntie ten gevolge van endocarditis bij een paard
Auteur(s): 
T. AFONSO, T. VERHEYEN, V. SAEY, S. U. SYS, G. VAN LOON
Samenvatting: 
Een 4 jaar oude Belgische warmbloedmerrie werd aangeboden wegens koorts, inspanningsintolerantie,een luid diastolisch bijgeruis op het hart en een uitgesproken kloppende slag die over het hele lichaam tevoelen was. Deze pulsatie trad simultaan op met de hartslag. Door middel van echocardiografie werd eenvegetatief letsel ter hoogte van de aortakleppen vastgesteld met een erge klepinsufficiëntie en eenbijkomende massa ter hoogte van de sinus van Valsalva van de aorta. In de arteria carotis communis werdtijdens de diastole een omgekeerde flow gemeten. De drukpatronen in het linkerventrikel en de aortawezen op een recentelijk ontstaan probleem. De uitgesproken kloppende slag kon worden verklaard doorde erge aortaklepinsufficiëntie die aanleiding gaf tot een zogenaamde Watson’s waterhamerpols. Wegensde zeer slechte prognose werd besloten om geen behandeling in te stellen en het paard te laten inslapen.De endocarditis van de aortakleppen werd bevestigd bij autopsie.
Volledige tekst: 
pp 49-54
Casuïstiek(en)

Pagina's