Casuïstiek(en)

Nederlands

78 (5) 359-364

Titel: 
Uitbraak van de peracute vorm van boosaardige catarraal koorts bij Belgische runderen
Auteur(s): 
B. PARDON, S. MAES, H. NOLLET, K. DE BLEECKER, P. KERKHOFS, P. DEPREZ
Samenvatting: 
In deze casuïstiek wordt een grote uitbraak van de peracute vorm van boosaardige catarraal koorts bijrunderen in België beschreven. De belangrijkste symptomen waren zenuwsymptomen en hoge koorts.Over een periode van 4 maanden stierven 13 Belgisch Witblauwe jaarlingen en één koe. De mortaliteit ophet bedrijf bedroeg 16,3%. Het oviene herpesvirus 2 werd bij de zieke runderen en schapen op het bedrijfmet PCR aangetoond. Deze casuïstiek illustreert het toenemende belang van boosaardige catarraal koortsals bedrijfsprobleem en het voorkomen van de peracute vorm, zoals ook waargenomen in andere Europeselanden. Het belang van boosaardige catarraal koorts als een differentiaaldiagnose voor zenuwsymptomenbij rundvee komt eveneens aan bod.
Volledige tekst: 
pp 359-364
Casuïstiek(en)

78 (5) 354-358

Titel: 
Een gediagnosticeerd geval van schaapgeassocieerde boosaardige catarraal koorts bij zeugen
Auteur(s): 
B. MATEUSEN, P. VYT, S. RIBBENS, S. VAN COLEN, C. LETELLIER, P. KERKHOFS, H. NAUWYNCK, D. MAES
Samenvatting: 
In dit artikel wordt een geval van boosaardige catarraal koorts beschreven in een zeugenbedrijf inBelgië. De koorts werd veroorzaakt door een infectie met het oviene herpesvirus-2 (OHV-2). De 11aangetaste zeugen hadden hoge koorts en 10 ervan stierven binnen de 3 dagen na het verschijnen van deklinische symptomen. Het meest uitgesproken macroscopische letsel was een hemorragische tot pseudo -membraneuze gastritis. Het histopathologische onderzoek toonde een erge infiltratie en necrose van demaagmucosa aan. Noch een behandeling met antibiotica noch een injectie met anti-inflammatoire middelenkon de ergheid van de ziekte verminderen. Aangezien de zeugen in dezelfde ruimte gehuisvest waren alsde schapen, met de mogelijkheid tot direct neus-tot-neuscontact, en aangezien de PCR-resultatenaantoonden dat het virus bij de zeugen en de schapen identiek was, is het zeer waarschijnlijk dat de infectiewerd verspreid van de subklinisch geïnfecteerde schapen naar de zeugen. Deze uitbraak toont aan datOHV-2 moet opgenomen worden in de differentiaaldiagnose indien er koorts optreedt gevolgd door sterfte,vooral wanneer varkens nauw contact hebben met schapen.
Volledige tekst: 
pp 354-358
Casuïstiek(en)

78 (6) 440-442

Titel: 
Epididymaal carcinoma bij een hond
Auteur(s): 
H. DE BOSSCHERE, N. DESPLENTER, K. DE NAEGEL
Samenvatting: 
Tumoren van de epididymis zijn zeer zeldzaam bij huisdieren. De meeste tumoren van de epididymis zijn invasiefgroeiende testiculaire tumoren. Deze casuïstiek is een beschrijving van een epididymaal papillair carcinoma bij eenhond.
Volledige tekst: 
pp 440-442
Casuïstiek(en)

78 (6) 436-439

Titel: 
Hemangiosarcoma van het derde ooglid van een paard
Auteur(s): 
B. WEGGE, M. VANDECASTEELE, F. GASTHUYS, K. CHIERS, R. DUCATELLE
Samenvatting: 
Een 12-jarig Belgisch warmbloedpaard werd doorgestuurd naar de paardenkliniek van de FaculteitDiergeneeskunde (Universiteit Gent) voor een massa aan de membrana nictitans van het rechteroog. De merrie hadsinds enkele maanden een terugkerende roodkleurige vochtafscheiding uit dit oog. Na een volledig oftalmologischonderzoek werd een groot deel van het derde ooglid chirurgisch verwijderd en onderworpen aan een histopathologischonderzoek. Hierbij werd een proliferatie van met bloed gevulde vasculaire ruimten gevonden. De ruimten warenafgelijnd met afgeplatte cellen die immunohistochemisch geïdentificeerd werden als endotheelcellen. De diagnosevan caverneus, laaggradig hemangiosarcoma werd gesteld. Zes maanden na de ingreep werden geen complicatiesopgemerkt.
Volledige tekst: 
pp 436-439
Casuïstiek(en)

79 (1) 54-58

Titel: 
Parafilariose bij een Belgisch witblauwe dekstier in Vlaanderen
Auteur(s): 
B. PARDON, I. ZWAENEPOEL, G. VERCAUTEREN, E. CLAEREBOUT , P. DEPREZ
Samenvatting: 
In maart 2009 vertoonde een drie jaar oude Belgisch witblauwe dekstier in West-Vlaanderen meerdere nodulenop de huid van de schoft, schouders en de nek. Sommige nodulen bloedden. De stier werd in de zomer van 2008geïmporteerd uit Wallonië. In het serohemorragische exsudaat van één van de nodulen konden één larve en ééngeëmbryoneerd ei van Parafilaria bovicola onder de lichtmicroscoop geïdentificeerd worden. Het histopathologischonderzoek toonde een eosinofiele dermatitis aan en in seriële coupes was een volwassen, vrouwelijke filaride in deoppervlakkige dermis te zien. Het dier werd behandeld met moxidectine en de huidletsels verdwenen binnen eenweek. Dit is het eerste gerapporteerde geval van parafilariose bij een rund in Vlaanderen. Tijdens een opvolgings -periode van 9 maanden werden geen bijkomende gevallen gediagnosticeerd, noch op het bedrijf noch op de bedrijvenin de buurt.
Volledige tekst: 
pp 54-58
Casuïstiek(en)

79 (1) 48-53

Titel: 
Histopathologie en behandeling van negen katten met multipele epulides
Auteur(s): 
F.A.C.KNAAKE, L.VERHAERT
Samenvatting: 
In dit artikel worden 9 gevallen van feliene multipele epulides besproken. Alle katten werden aangeboden metmultipele gingivale massa’s die het merendeel van de tandkronen bedekten. Acht gevallen werden gediagnosticeerdals reactieve hyperplasie en 1 als perifeer ossificerend fibroma. Acht katten waren Europese Kortharen en 1 was eenEuropese Langhaar. Geslachtspredispositie werd niet gezien. Alle katten waren jong op het moment dat de epulidesvoor het eerst werden opgemerkt. In 8 gevallen bleken gingivoplastie en de extractie van alle kiezen en somssnijtanden curatief. Een geval werd meer conservatief behandeld, zonder extracties. Bij deze kat recidiveerden deepulides.De resultaten van deze studie worden vergeleken met de bevindingen uit de literatuur.
Volledige tekst: 
pp 48-53
Casuïstiek(en)

79 (2) 143-146

Titel: 
Succesvolle conservatieve behandeling van discus hernia ter hoogte van T9T10 bij een kat
Auteur(s): 
S. VAN MEERVENNE, H. HAERS, B. VISSERS, T. BOSMANS, L. VAN HAM
Samenvatting: 
Een twaalfjarige korthaar werd aangeboden met een acute verlamming van de achterpoten. Op basis vanradiografie en myelografie van de wervelkolom werd een vermoedelijke diagnose van discus hernia ter hoogte vanT9T10 gesteld. De kat werd conservatief behandeld en herstelde met een milde ataxie van de achterpoten alsrestverschijnsel. Gedurende een follow-up van meer dan een jaar werd geen herval van de symptomen gezien.
Volledige tekst: 
pp 143-146
Casuïstiek(en)

79 (2) 139-142

Titel: 
Hydrops uteri bij een Belgisch witblauwe vaars gepaard gaand met een mandibulair vasculair hamartoma bij het kalf
Auteur(s): 
H. VAN LOO, J. GOVAERE, K. CHIERS, M. HOOGEWIJS, G. OPSOMER, A. DE KRUIF
Samenvatting: 
Een 8 maanden drachtige Belgisch witblauwe (BWB) vaars werd voor onderzoek aangeboden vanwege eenabnormaal vergroot buikvolume. Een hydrops uteri werd gediagnosticeerd en de partus werd geïnduceerd.Bij het kalf, dat via een keizersnede werd geboren, was op de onderkaak een grote roodgekleurde zwellingaanwezig. De lijkschouwing en het histologisch onderzoek toonden aan dat het een vasculair hamartomabetrof.
Volledige tekst: 
pp 139-142
Casuïstiek(en)

79 (2) 134-138

Titel: 
De geboorte van het eerste ICSI-veulen in de Benelux
Auteur(s): 
K. SMITS, J. GOVAERE, M. HOOGEWIJS, C. DE SCHAUWER, E. VAN HAESEBROUCK, M. VAN POUCKE, L. J. PEELMAN, M. VAN DEN BERG, T. VULLERS, A. VAN SOOM
Samenvatting: 
In dit artikel wordt de geboorte van het eerste intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)-veulen in de Beneluxbeschreven. Eicellen werden geaspireerd uit eierstokken van geslachte merries. Na in vitro maturatie werden deeicellen bevrucht door middel van ICSI en in vitro gekweekt gedurende 9 dagen. Twee embryo’s bereikten hetblastocyststadium en werden overgeplant in de baarmoeder van een gesynchroniseerde merrie. Zes dagen later werdeen vruchtblaasje gediagnosticeerd met behulp van echografie. Na een normale dracht werd op 27 oktober 2009 eengezond veulen geboren. Ouderschapscontrole via microsatellietgenotypering bevestigde dat het veulen zichontwikkeld had uit het overgeplante embryo
Volledige tekst: 
pp 134-138
Casuïstiek(en)

79 (3) 213-217

Titel: 
Klinisch relevante osteochondrosis van de zevende lumbaalwervel bij een Beagle
Auteur(s): 
S. DE DECKER, I. GIELEN, A. VAN CAELENBERG, K. VERMOTE, C. GADEYNE, B. WEGGE, L. VAN HAM
Samenvatting: 
In deze casuïstiek wordt het voorkomen van klinisch relevante osteochondrose van de zevende lumbaalwervelbeschreven bij een 10 jaar oude, vrouwelijke Beagle met progressieve klachten van monoparese, lumbosacrale pijnen urinaire incontinentie. Een vermoedelijke diagnose werd gesteld aan de hand van radiografie en computertomografie. De hond werd chirurgisch behandeld door middel van een dorsale laminectomie met verwijdering vanhet losse fragment. Een postoperatieve computer tomografiescan toonde een nagenoeg volledige verwijdering vanhet fragment aan. Hoewel de hond onmiddellijk postoperatief duidelijk verbeterde, kende zij een klinisch herval naenkele weken. De eigenaars weigerden verder onderzoek en de hond werd geëuthanaseerd. Het histopatologischonderzoek van het verwijderde weefsel was in overeenstemming met de diagnose van osteochondrose van de zevendelumbaalwervel.
Volledige tekst: 
pp 213-217
Casuïstiek(en)

Pagina's