Permanente vorming

Nederlands

88 (6) pp 335

Titel: 
Meniscusletsels bij de hond
Auteur(s): 
C. BRONDEEL, E. COPPIETERS, E. DE BAKKER, E. BOGAERTS, L. DE RYCKE, Y. SAMOY, G. VERHOEVEN, B. VAN RYSSEN
Samenvatting: 
Meniscusletsels bij de hond worden bijna steeds in combinatie met een gescheurde voorstekruisband gezien. Telkens gaat het om de mediale meniscus. Erg manken of een plotse toenamevan manken kan wijzen op een meniscusletsel bij honden met een kruisbandprobleem. Ook persisterendof terugkerend manken na een kruisbandoperatie is indicatief voor een gescheurdemeniscus. Met behulp van beeldvormingstechnieken kunnen meniscusletsels in beeld gebrachtworden, of ook artroscopisch of tijdens kruisbandchirurgie vastgesteld worden. Meerdere chirurgischeopties zijn beschreven om meniscusletsels te behandelen.
Volledige tekst: 
pp 335-341
Permanente vorming

88 (5) pp 287

Titel: 
“Boid inclusion body disease”: het enigma ontrafeld?
Auteur(s): 
T. HELLEBUYCK, J. SIMARD
Samenvatting: 
“Boid inclusion body disease” (BIBD) is een wereldwijd voorkomende aandoening bij boa’sen pythons. De exacte oorzaak van de aandoening bleef gedurende lange tijd onopgehelderd. Recentwerd met behulp van hedendaagse diagnostische methoden en experimentele studies overtuigendbewijs geleverd dat reptarenavirussen het oorzakelijk agens zijn van BIBD. In tegenstellingtot wat algemeen wordt verondersteld, kunnen boa’s en pythons langdurig subklinischedragers zijn van deze virale ziekte. Alhoewel het oorzakelijk agens van BIBD werd aangetoondis het diagnosticeren van BIBD een uitdaging naargelang de betrokken slangensoort. Bovendienblijft het differentiëren tussen comorbiditeiten gerelateerd aan BIBD en klachten veroorzaaktdoor andere gelijktijdige ziekteprocessen problematisch. In dit artikel worden het ziekteverloopvan BIBD bij pythons en boa’s en het management van de ziekte bij in gevangenschap gehoudenslangen beschreven.
Volledige tekst: 
pp 287-294
Permanente vorming

88 (4) pp 233

Titel: 
Epidurale anesthesie en analgesie bij paarden
Auteur(s): 
A.J.H.C MICHIELSEN, S. SCHAUVLIEGE
Samenvatting: 
Epidurale anesthesie is een loco-regionale anesthesietechniek waarbij medicatie geïnjecteerd wordtin de epidurale ruimte. Deze techniek werd in de humane geneeskunde ontwikkeld in de 19e eeuwen later ook toegepast in de diergeneeskunde. Enerzijds is epidurale anesthesie nuttig voor staandeingrepen, maar het kan ook gebruikt worden als onderdeel van een gebalanceerde anesthesietechniekof voor postoperatieve pijnbestrijding. Anesthesie en analgesie kunnen bereikt worden voor hetbekken, de achterbenen, staart, vagina, vulva, anus of perineum en het abdomen. Hoewel de techniekbij verschillende indicaties gebruikt kan worden, zijn er echter ook enkele tegenindicaties en kunnener complicaties optreden. Bij paarden kan een epidurale anesthesie craniaal (lumbosacraal) of caudaal(sacro-coccygeaal of Co1-Co2) uitgevoerd worden. Naast enkelvoudige injecties kan ook een epiduralekatheter geplaatst worden voor herhaaldelijke toediening. Afhankelijk van het gewenst effect kan ereen keuze gemaakt worden uit verschillende types medicatie (lokale anesthetica, alfa-2 agonisten,opioïden, ketamine, tramadol, tiletamine-zolazepam), combinaties van medicaties en injectievolumes.
Volledige tekst: 
pp 233-240
Permanente vorming

88 (2) pp 113

Titel: 
Equine metabool syndroom
Auteur(s): 
P. DEPREZ
Samenvatting: 
Het equine metabool syndroom wordt omschreven als een verzameling van risicofactorenvoor het ontstaan van endocrinologisch veroorzaakte hoefbevangenheid. Een verstoring van deinsulineregulatie ligt aan de basis van het probleem. Voeding, voedingstoestand en genetischefactoren zijn belangrijke risicofactoren voor het ontstaan van deze verstoorde insulineregulatie.Er is een groot aantal diagnostische methoden beschreven, elk met hun voor- en nadelen. Behandelingen management van paarden en pony’s met het equine metabool syndroom bestaan vooralin het aanpakken van een aantal risicofactoren, waarbij diëtaire maatregelen de belangrijksterol spelen.
Volledige tekst: 
pp 113-120
Permanente vorming

88 (1) pp 55

Titel: 
Spermadonatie en de start van een open spermabank voor honden: een nieuw hulpmiddel om inteelt bij rashonden te voorkomen
Auteur(s): 
G. DOMAIN, E. WYDOOGHE, B. BROECKX, A. VAN SOOM
Samenvatting: 
Slechts 5 % van de rashonden wordt momenteel gebruikt voor de fok. Om dit aantal te verhogen,zou het opstarten van een spermabank voor honden, die gebaseerd is op donatie van sperma zoals bij demens, een mogelijke oplossing kunnen bieden. Veel eigenaars willen niet per se met hun hond fokken,maar willen wel het genetisch materiaal van hun reu bewaren, indien deze mogelijkheid aangebodenwordt. Niet alle ejaculaten zijn geschikt om ingevroren te worden, omdat de kwaliteit van het staal kanverschillen en omdat de weerstand van het sperma om het invriesproces te overleven sterk variabel istussen honden onderling. Om sperma van zoveel mogelijk verschillende reuen te kunnen invriezen, ishet belangrijk om het invriesproces te verbeteren en te individualiseren. Het ingevroren sperma kanbewaard worden in de CanIFreeze-spermabank of in dierenartspraktijken dichtbij bij de eigenaar vande teef om op een later tijdstip gebruikt te kunnen worden voor inseminatie.
Volledige tekst: 
pp 55-61
Permanente vorming

87 (6) pp 347

Titel: 
De gezondheid en het houden van hobbyvarkens: een overzicht
Auteur(s): 
A. AMALRAJ, A. MATTHIJS, A. SCHOOS, W. NEIRYNCK, E. DE COENSEL, E. BERNAERDT, A. VAN SOOM, D. MAES
Samenvatting: 
Miniatuurvarkens, zoals het Vietnamese hangbuikvarken en de Kunekune, zijn de bekendste hobbyvarkensrassen.Ondanks hun populariteit is de kennis van hun gezondheid en management schaars. Zehebben een uitstekend reukvermogen en gehoor, beschikken over een goed aanpassingsvermogen enzijn doorgaans gemakkelijk te hanteren. Ze gedijen goed in de thermoneutrale zone. Een goedgeventileerde schuilplaats met een recreatiegebied en het opnemen van stro voor manipulatievoorkomen verveling. Drinkwater moet te allen tijde worden verstrekt. Beperkte voeding één oftweemaal daags is optimaal om overgewicht te voorkomen. Agressie kan optreden en is een van deredenen waarom eigenaars het varken niet langer wensen aan te houden. Schurft en zonnebrand zijnde meest voorkomende huidproblemen. Diarree door Escherichia coli kan voor problemen zorgenbij biggen. Castratie wordt aanbevolen om agressief gedrag, het verspreiden van een penetrante geuren het risico op neoplasmata te vermijden. Het wordt bij voorkeur op jonge leeftijd uitgevoerd omchirurgische complicaties te voorkomen. Er wordt aanbevolen om profylaxe tegen vlekziekte enendoparasieten twee keer per jaar uit te voeren. Andere maatregelen zijn onder meer het periodiekinkorten van de slagtanden en het bekappen van de klauwen.
Volledige tekst: 
pp 347-358
Permanente vorming

87 (5) pg 283

Titel: 
Laryngeale hemiplegie bij het paard: een update
Auteur(s): 
E. DE CLERCQ, A. MARTENS
Samenvatting: 
Laryngeale hemiplegie is een bekende aandoening van de bovenste luchtwegen bij het paard. Hetkomt niet alleen voor bij volbloeden maar eveneens bij warmbloedpaarden, koudbloeden en pony’s.Deze aandoening wordt voornamelijk aan de linkerzijde gezien. De functie van de linker nervuslaryngeus recurrens wordt geïnhibeerd, waardoor een verlamming van de linker cricoarythenoïdeusdorsalis-spier optreedt. Laryngeale hemiplegie aan de rechterzijde heeft bijna altijd een onderliggendeoorzaak in tegenstelling tot laryngeale hemiplegie aan de linkerzijde. Deze aandoening geeft mogelijkaanleiding tot een vermindering van het prestatievermogen van het paard, maar vaak is de primaireklacht die de eigenaar waarneemt de aanwezigheid van een inspiratoir geluid. De diagnose is niet altijdsimpel, voornamelijk omdat de meeste praktijkdierenartsen geen endoscoop ter beschikking hebben.Recente studies wijzen uit dat echografisch onderzoek van de larynx kan helpen bij de diagnose vandeze aandoening. Dit is een goed en beter beschikbaar alternatief. Indien de enige klacht die de eigenaarwaarneemt het geluid is dat het paard maakt tijdens de arbeid, dan is een laserbehandeling de bestekeuze. Ondervindt het paard problemen met de intensiteit van het werk dan is verdere chirurgischeinterventie nodig. Laryngoplastie of “tie-back” krijgt tegenwoordig nog steeds de voorkeur van demeeste chirurgen. Er zijn echter nieuwe behandelingen in ontwikkeling, waarbij gebruik wordt gemaaktvan zenuwgreffes en pacemakers om reïnnervatie mogelijk te maken. Deze laatste vernieuwingenzorgen voor een sterke reductie van de complicaties die wel vaker gezien worden bij laryngoplastie.Niettegenstaande is de prognose voor sportpaarden met idiopathische linker laryngeale hemiplegie dieeen laryngoplastie ondergaan zonder postoperatieve complicaties, goed.
Volledige tekst: 
pp 283-296
Permanente vorming

87 (4) pp 228

Titel: 
Cytologie bij zangvogels: een nuttige diagnostische tool
Auteur(s): 
A. GARMYN, M. VERLINDEN
Samenvatting: 
Ziekteproblemen bij in groep gehouden zangvogels zijn vaak van infectieuze aard. Dewaargenomen klinische klachten zijn echter dikwijls dezelfde en voornamelijk aspecifiek.Cytologisch onderzoek van de organen na post-mortemonderzoek zijn desgevallend vanonschatbare diagnostische waarde. In dit artikel worden de basisprincipes van de cytologischestaalnametechniek van organen en de beoordelingswijze van een cytologisch preparaatbeschreven. Verder wordt een overzicht gegeven van belangrijke infectieuze aandoeningen bijzangvogels, waarvan met behulp van cytologisch onderzoek een definitieve of waarschijnlijke,etiologische diagnose gesteld kan worden. Bij deze kan dit overzicht een nuttige leidraad zijnvoor elke dierenarts met zangvogels in zijn of haar patiëntenbestand.
Volledige tekst: 
pp 228-236
Permanente vorming

87 (3) pp 164

Titel: 
Feliene arteriële trombo-embolie: prognostische factoren en behandeling
Auteur(s): 
L. LOCQUET, D. PAEPE, S. DAMINET, P. SMETS
Samenvatting: 
Feliene arterïele trombo-embolie (ATE) wordt veroorzaakt door een volledige of gedeeltelijke obstructie van een perifere arterie ten gevolge van trombus die gevormd werd op een andere plaats; dit vaak ten gevolge van cardiomyopathie. Gezien de klinische presentatie, waaraan vaak geen symptomen vooraf gaan, wordt ATE beschouwd als een van de meest verontrustende, spoedeisende situaties in de praktijk. Een aanzienlijk deel van deze patiënten wordt geëuthanaseerd op het moment van diagnose. Recent wetenschappelijk onderzoek heeft echter aangetoond dat sommige van deze patiënten een goede langetermijnoverleving kunnen hebben. Deze katten kunnen soms tot langer dan één jaar overleven met een goede levenskwaliteit, mits een correcte behandeling en nauwkeurige opvolging. Essentieel bij deze aandoening is het herkennen van specifieke prognostische factoren om de communicatie met de eigenaar te sturen en zo in samenspraak de beslissing te nemen het dier te behandelen of te euthanaseren. Verder zijn een individueel aangepaste therapie en gerichte follow-up van de patiënt belangrijk.
Volledige tekst: 
pp 150-175
Permanente vorming

87 (2) pp 099

Titel: 
Incomplete ossificatie van de humeruscondylen (IOHC) bij de hond
Auteur(s): 
I. GIELEN, Y. SAMOY, B. VAN RYSSEN
Samenvatting: 
Incomplete ossificatie van de humeruscondylen (IOHC) bij de hond is een vrij zeldzaamelleboogprobleem dat voornamelijk bij spaniëlrassen wordt gezien maar ook bij andere rassenkan voorkomen. Deze aandoening gaat niet altijd gepaard met klinische symptomen maarkan de aanleiding zijn van elleboogkreupelheid en zelfs condylaire humerusfracturen. Dediagnose van IOHC is niet altijd eenvoudig. Radiografisch is de fissuur niet altijd zichtbaar.Computertomografie is de meest efficiënte beeldvormingstechniek om deze aandoening metzekerheid te diagnosticeren. Indien het dier geen klachten vertoont, kan conservatieve therapieworden overwogen maar in geval van kreupelheid is het plaatsen van een compressieschroef demeest gangbare behandeling.
Volledige tekst: 
pp 099-104
Permanente vorming

Pagina's