2018 - 87 (6)

Volume 87 (2018), nr. 6

87 (6) pp 376

Titel: 
Pensacidose bij koeien
Auteur(s): 
H. van Loo
Volledige tekst: 
pp 376-378
Vraag en antwoord

87 (6) pp 359

Titel: 
Sint-antoniusvuur bij mensen en varkens - Hoe de waardering voor varkens in West-Europa verchristelijkt werd
Auteur(s): 
L. DEVRIESE, J. DE SMET
Samenvatting: 
In de vroegchristelijke geloofspraktijk mocht varkensvlees niet gegeten worden, vermoedelijkomdat varkens als alleseters competeerden met de mens. Iets wat in woestijn- of halfwoestijngebiedeneen zaak van leven of dood kon zijn. Nadat het christendom zich in Europa had verspreid,kon dit taboe niet overeind blijven: in dat continent zochten de dieren hun voedsel in detoen nog uitgestrekte bossen en hun vlees hielp de mensen te overleven tijdens de lange winters.Huisvarkens werden ‘verchristelijkt’ doordat Antonius van Egypte, een kluizenaar uit de derdevierdeeeuw, aanroepen werd om te beschermen tegen twee, oppervlakkig gezien, gelijkaardigeaandoeningen met sterk uitgesproken ontstekingsverschijnselen: moederkorenvergiftiging bij demens en vlekziekte bij het varken, beide sint-antoniusvuur genoemd. Zijn status als ‘geneesheilige’en beschermer tegen deze ziekten had de kluizenaar te danken aan het feit dat hij aan de‘vurigste’ bekoringen van de duivel weerstaan had. De hospitaalorde van de antonieten, ontstaanin de late middeleeuwen tijdens epidemieën van moederkorenvergiftiging, populariseerde de associatievan Antonius met varkens. Het feit dat het varken het typische attribuut werd van dezepopulaire geneesheilige staat symbool voor de aanvaarding van het huisvarken als voedselbronin de toenmalige sterk religieus gedetermineerde Europese maatschappij.
Volledige tekst: 
pp 359-367
Uit het verleden

87 (6) pp 347

Titel: 
De gezondheid en het houden van hobbyvarkens: een overzicht
Auteur(s): 
A. AMALRAJ, A. MATTHIJS, A. SCHOOS, W. NEIRYNCK, E. DE COENSEL, E. BERNAERDT, A. VAN SOOM, D. MAES
Samenvatting: 
Miniatuurvarkens, zoals het Vietnamese hangbuikvarken en de Kunekune, zijn de bekendste hobbyvarkensrassen.Ondanks hun populariteit is de kennis van hun gezondheid en management schaars. Zehebben een uitstekend reukvermogen en gehoor, beschikken over een goed aanpassingsvermogen enzijn doorgaans gemakkelijk te hanteren. Ze gedijen goed in de thermoneutrale zone. Een goedgeventileerde schuilplaats met een recreatiegebied en het opnemen van stro voor manipulatievoorkomen verveling. Drinkwater moet te allen tijde worden verstrekt. Beperkte voeding één oftweemaal daags is optimaal om overgewicht te voorkomen. Agressie kan optreden en is een van deredenen waarom eigenaars het varken niet langer wensen aan te houden. Schurft en zonnebrand zijnde meest voorkomende huidproblemen. Diarree door Escherichia coli kan voor problemen zorgenbij biggen. Castratie wordt aanbevolen om agressief gedrag, het verspreiden van een penetrante geuren het risico op neoplasmata te vermijden. Het wordt bij voorkeur op jonge leeftijd uitgevoerd omchirurgische complicaties te voorkomen. Er wordt aanbevolen om profylaxe tegen vlekziekte enendoparasieten twee keer per jaar uit te voeren. Andere maatregelen zijn onder meer het periodiekinkorten van de slagtanden en het bekappen van de klauwen.
Volledige tekst: 
pp 347-358
Permanente vorming

87 (6) pp 342

Titel: 
Perianesthetische benadering van hitteslag door larynxparalyse bij een hond
Auteur(s): 
N.C. BURGER, C. GADEYNE, B. VAN GOETHEM, E. STOCK, I. POLIS
Samenvatting: 
Een zeven jaar oude, mannelijke, gecastreerde landseer werd aangeboden met chronische ademhalingsklachten,occasioneel hoesten, dysfonie en inspanningsintolerantie. Door stress veroorzaakttijdens het transport en het klinisch onderzoek vertoonde deze hond al snel zeer ernstige dyspneu metcyanose. Op dat moment werd een rectale lichaamstemperatuur van 42,5°C gemeten. Gebaseerd opde klinische symptomen was een hitteslag veroorzaakt door larynxparalyse de meest waarschijnlijkediagnose. De hond werd met spoed onder anesthesie gebracht en intensieve verkoelende behandelingen,zoals actief koelen en vloeistoftherapie, werden uitgevoerd. Vanaf het moment dat de hond cardiovasculairstabiel was, werd een spoedbehandeling voor larynxparalyse uitgevoerd. Dankzij een tijdigeinterventie herstelde deze hond volledig zonder blijvende complicaties.
Volledige tekst: 
pp342-346
Casuïstiek(en)

87 (6) pp 337

Titel: 
Een atypisch geval van pyoderma gangrenosum bij een hond
Auteur(s): 
J. DECLERCQ
Samenvatting: 
In deze casuïstiek wordt een geval van neutrofiele en ulceratieve dermatitis beschreven bij een canisvulgaris. De aandoening werd beschouwd als een atypisch geval van pyoderma gangrenosum. De hondhad een uitgesproken pustulaire eruptie en vertoonde meer oppervlakkige ulceraties. Ook ontbrak bijdeze letsels de voor pyoderma gangrenosum karakteristieke begeleidende pijn. De diagnose van pyodermagangrenosum werd gesteld als een diagnose per uitsluitsel. De hond vertoonde een uitste-kenderespons op een behandeling met ciclosporine (Cyclavance, Virbac, Leuven, Belgium).
Volledige tekst: 
pp 337-341
Casuïstiek(en)

87 (6) pp 333

Titel: 
Degeneratieve granulomateuze murale folliculitis en cytotoxische dermatitis bij een hond
Auteur(s): 
J. DECLERCQ, G. VERCAUTEREN
Samenvatting: 
In deze casus wordt een variant van degeneratieve granulomateuze murale folliculitis met cytotoxischedermatitis beschreven bij een hond aangeboden met multifocale, goed omschreven, annulairealopecie met een korstige periferie. De mogelijk medicatie-geïnduceerde huidaandoening vertoondeeen uitstekende respons op een orale behandeling met ciclosporine.
Volledige tekst: 
pp 333-336
Casuïstiek(en)

87 (6) pp 326

Titel: 
Behandeling van een maligne perifere zenuwschedetumor door intraveneuze toediening van Combrestatine A4-fosfaat bij een hond
Auteur(s): 
S. DE VOS, E. ABMA, K. VANDERPERREN , L. VAN BRANTEGEM, W. DE SPIEGELAERE, H. DE ROOSTER
Samenvatting: 
Een vijftienjarige, mannelijke, gecastreerde Amerikaanse staffordshireterriër werd aangebodenmet een subcutane, ulceratieve massa ter hoogte van het rechter carpaal gewricht. Thoraxradiografieënen een abdominale echografie waren beide negatief voor metastasen. Er werden punchbioptengenomen van de massa waaruit histopathologisch een maligne perifere zenuwschedetumor werd gediagnosticeerd.Doordat de primaire massa zo uitgebreid was, was chirurgische excisie onmogelijk enamputatie van de voorpoot was geen optie voor de eigenaar. De hond werd intraveneus behandeld metcombretastatin A4-phosphate, een stof die het cytoskelet van immature bloedvaten verstoord. Voor enna de behandeling werd een biopt genomen en via “power-doppler ultrasound” en contrastechografiewerd de doorbloeding van de tumor voor en na de therapie opgevolgd. De behandeling resulteerde inmassale necrose van de tumor.
Volledige tekst: 
pp 326-332
Casuïstiek(en)

87 (6) pp 314

Titel: 
Algemene anesthesie voor de chirurgische behandeling van urinewegobstructie bij negen geiten
Auteur(s): 
A.J.H.C MICHIELSEN, K. PROOST, B. PARDON, L. DE CREMER, S. SCHAUVLIEGE
Samenvatting: 
Over een periode van zes maanden werden negen dwerggeiten chirurgisch behandeld voor obstructievan de urinewegen. In twee gevallen was een (tweede) revisie-operatie nodig, wat resulteerde intwaalf procedures onder algemene anesthesie. Verschillende anesthesieprotocollen werden toegepast.Analgesie werd voorzien door middel van een opioïd in combinatie met ofwel benzodiazepine (10/12)of met een alfa-2 agonist (2/12). De anesthesie werd geïnduceerd met propofol (10/12) of ketamine(2/12), waarna deze werd onderhouden met isofluraan (8/12) of sevofluraan (4/12) in zuurstof in eensemigesloten cirkelsysteem en onder continue monitoring. Geregistreerde complicaties waren mildebradycardie (4/12), hypotensie (3/12), metabole acidose (1/12) en hypothermie (12/12). In vier gevallenwerd door middel van een epidurale anesthesie bijkomende analgesie voorzien, waarbij er zich bijéén geit een ernstige complicatie (paralyse, 1/4) ontwikkelde met euthanasie tot gevolg. Hoewel eenobstructie van de urinewegen het anesthesierisico verhoogt, werd de kans op ernstige complicaties inde voorliggende casussen vermeden door de keuze van een adequaat anesthesieprotocol, een goed(e)preoperatief (-ve) onderzoek/ voorbereiding en een nauwgezette perioperatieve monitoring.
Volledige tekst: 
pp 314-325
Casuïstiek(en)

87 (6) pp 309

Titel: 
Het gebruik van desoxycorticosterone pivalaat bij honden met hypoadrenocorticisme: een retrospectieve studie van acht gevallen
Auteur(s): 
M. ALBERS, P. DEFAUW, F. MORTIER, S. DAMINET
Samenvatting: 
In deze retrospectieve studie wordt het gebruik van desoxycorticosterone-pivalaat beschrevenbij acht honden met primair hypoadrenocorticisme die aangeboden werden op de vakgroep KleineHuisdieren (Faculteit Diergeneeskunde, UGent). Uit de resultaten bleek dat desoxycorticosteronepivalaatadequaat was voor de supplementatie van mineralocorticoïden in alle gevallen, ook bij dehonden die voordien behandeld werden met fludrocortisone-acetaat. Een aanvangsdosis van 1,5 – 2,2mg/kg SC werd gegeven met een vast doseringsinterval van 28 dagen in de meeste gevallen. Tersupplementatie van de glucocorticoïden werd aan de behandeling telkens prednisolone toegevoegd. Erwerden geen bijwerkingen gezien die aan desoxycorticosterone-pivalaat konden worden toegeschrevenen de eigenaren van de honden waren allen tevreden over de behandeling met desoxycorticosteronepivalaaten prednisolone.
Volledige tekst: 
pp 309-313
Retrospectieve studie