2018 - 87 (4)

Volume 87 (2018), nr. 4

87 (4) pp 240

Volledige tekst: 
pp 240-242
Vraag en antwoord

87 (4) pp 237

Titel: 
Diergeneeskundige kennis in de lekenpraktijk: handschrift Bouckaert anno 1880
Auteur(s): 
L. DEVRIESE, J. BOUCKAERT
Samenvatting: 
Een handschrift in 1880 opgesteld door een lid van de vooral in paarden- en dierenartsenmiddensgekende Waregemse familie Bouckaert, geeft een goed idee van de ziekteleer en geneeskundevan dieren in de praktijk van die tijd. Die was nog voor een groot gedeelte in handenvan ongediplomeerde genezers, meestal in hoofdberoep hoefsmid, soms boer, of zoals FrancisBouckaert, opsteller van het hier behandelde handschrift, slachter. Deze Bouckaert blijkt goedop de hoogte geweest te zijn van de toenmalige veeartsenijkundige literatuur, wat niet belette dathij daarnaast bezweringsformules en middeltjes opnam, gebruikt in de volksgeneeskunde. Opmerkelijkin het handschrift is ook de aandacht besteed aan duivenziekten. In een duidelijk afgescheidengedeelte wordt een korte beschrijving gegeven van koopvernietigende gebreken en deomgang met sommige erg infectieuze veeziekten, voorbehouden aan gediplomeerde veeartsen, de‘experts vétérinaires’ van die tijd. Als voorbeeld van accurate beschrijving van een ziektebeeldin het handschrift, met de nodige reserves bij de opgave van gebruikelijke behandelingen, wordteen citaat over de ziekte van Carré weergegeven.
Volledige tekst: 
pp 237-239
Uit het verleden

87 (4) pp 228

Titel: 
Cytologie bij zangvogels: een nuttige diagnostische tool
Auteur(s): 
A. GARMYN, M. VERLINDEN
Samenvatting: 
Ziekteproblemen bij in groep gehouden zangvogels zijn vaak van infectieuze aard. Dewaargenomen klinische klachten zijn echter dikwijls dezelfde en voornamelijk aspecifiek.Cytologisch onderzoek van de organen na post-mortemonderzoek zijn desgevallend vanonschatbare diagnostische waarde. In dit artikel worden de basisprincipes van de cytologischestaalnametechniek van organen en de beoordelingswijze van een cytologisch preparaatbeschreven. Verder wordt een overzicht gegeven van belangrijke infectieuze aandoeningen bijzangvogels, waarvan met behulp van cytologisch onderzoek een definitieve of waarschijnlijke,etiologische diagnose gesteld kan worden. Bij deze kan dit overzicht een nuttige leidraad zijnvoor elke dierenarts met zangvogels in zijn of haar patiëntenbestand.
Volledige tekst: 
pp 228-236
Permanente vorming

87 (4) pp 220

Titel: 
Multifocale osteomyelitis en abdominale abcesvorming bij een warmbloedveulen
Auteur(s): 
L. RASMUSSEN, K. VANDERPERREN, E. PAULUSSEN, G. VAN LOON, J. H. SAUNDERS, E. RAES
Samenvatting: 
Volgens de auteurs is dit de eerste casuïstiek waarin het simultane voorkomen wordt beschrevenvan multifocale osteomyelitis en abdominale abcesvorming veroorzaakt door Salmonella bij eenveulen met gewichtsverlies, diarree en koorts. Er was geen falen van het passieve immuunsysteemna de geboorte van het veulen. Radiografisch onderzoek toonde multifocale osteomyelitis (type P).In de bacteriële cultuur van het gewrichtsvocht werd Salmonella-species geïdentificeerd. Deantibioticatherapie werd afgestemd op de resultaten van het antibiogram, echter zonder klinischeverbetering. Abcessen ontwikkelden zich verder in de linkerdij en een Salter-Harrisfractuur type Ivan de linkerfemur werd vastgesteld. Er werd beslist om over te gaan tot euthanasie van het veulen.Postmortaal computertomografisch onderzoek toonde een grote massa in het caudale abdomen, dieuitliep tot in de regio van het linkerbekken en achterbeen. Er werden eveneens multifocale osteomyelitisaangetoond.Middels het pathologisch onderzoek werd de massa als een abces met verschillende fistelgangengeïdentificeerd. Postmortem bacteriologisch onderzoek toonde eveneens Salmonella-species aan.
Volledige tekst: 
pp 220-227
Casuïstiek(en)

87 (4) pp 216

Titel: 
Atypisch junctioneel melanocytoma met pagetoïde spreiding bij een jong paard
Auteur(s): 
L. SONCK, M. HASPENSLAGH, R. DUCATELLE
Samenvatting: 
Huidtumoren, met name melanocytaire tumoren, zijn frequent voorkomende neoplasieënbij het paard. In deze casus wordt een atypisch geval van een melanocytoma bij een bijnavijf jaar oude Andalusiër beschreven. Histopathologisch onderzoek toonde een opvallendeepidermale component bestaande uit multifocale tot miliaire nestjes van epitheloïde cellen. Dezewaren discontinu verspreid over alle lagen van de epidermis, inclusief de haarfollikelwand. Ditpatroon wordt ook pagetoïde spreiding of “buckshot pattern” genoemd en is een kenmerk vanverschillende humane tumoren waaronder melanoma’s, “Paget disease” en “Bowen’s disease”.Volgens de auteurs is de onderstaande casus de eerste beschrijving van pagetoïde spreiding vaneen equine melanocytaire tumor.
Volledige tekst: 
pp 216-219
Casuïstiek(en)

87 (4) pp 207

Titel: 
Diabetes mellitus en hypercortisolisme bij een kat
Auteur(s): 
E. ODENT, S. MARYNISSEN, E. STOCK, S. VANDENABEELE, I. VAN DE MAELE, S. DAMINET
Samenvatting: 
Een veertien jaar oude Perzische kat werd doorverwezen vanwege slecht gereguleerde diabetes mellitusondanks insulinebehandeling en een aangepast dieet. De kat vertoonde uitgesproken polyurie/polydipsie,een slechte vachtkwaliteit, stomatitis en zwakte op de achterhand. Op dat moment werd hij behandeldmet glargine insuline (0,75 IE/kg BID). Met behulp van een lage-dosis-dexamethasone-suppressie-test(LDDST) werd hypercortisolisme (HC) gediagnostiseerd. De kat werd bijkomend behandeld met trilostaneen één jaar later werd remissie van diabetes mellitus bekomen.Deze casuïstiek illustreert het belang van de diagnose van een onderliggende oorzaak van slechtgereguleerde diabetes mellitus. Ook al is hypercortisolisme zeldzaam bij katten, het is belangrijk deziekte bij deze gevallen in de differentiaaldiagnose op te nemen. Hypercortisolisme werd bij deze patiëntbehandeld met trilostane, resulterend in een goede levenskwaliteit.
Volledige tekst: 
pp 207-215
Casuïstiek(en)

87 (5) pp 201

Titel: 
De diagnose en behandeling van instabiliteit van de lumbosacrale wervelkolom ten gevolge van discospondylitis bij een hond
Auteur(s): 
E. ROYAUX, S. GUILHERME
Samenvatting: 
Een tien maanden oude, vrouwelijke hond van 40 kg werd doorverwezen omwille van erge pijndie niet verbeterde met pijnmedicatie. Neurologisch onderzoek toonde rugpijn aan in de lumbosacraleregio. De hond kon niet meer steunen op beide achterpoten door uitgesproken pijn. Met behulp vanradiografieën en magnetic resonance imaging werd de diagnose van lumbosacrale discospondylitisgesteld. Het bloed- en urine-onderzoek was positief voor Staphylococcus spp.. De hond werd gedurendetwee weken conservatief behandeld maar dit gaf geen beterschap. Dynamische radiografieën toondeneen subluxatie in flexie van S1 ten opzichte van L7 naar ventraal. Er werd een dorsale laminectomieuitgevoerd gevolgd door stabilisatie van L7-S1. Dit resulteerde in een snel en volledig herstel.Radiografieën die genomen werden zes en twaalf maanden postoperatief toonden de aanwezigheidvan uitgesproken osteolyse van L7 aan. Ondanks deze bevinding vertoonde de hond geen klinischesymptomen.
Volledige tekst: 
pp 201-206
Casuïstiek(en)

87 (4) pp 188

Titel: 
Risicofactoren voor antibioticumgebruik bij voedselproducerende dieren: ziektepreventie en socio-economische factoren als drijfveer?
Auteur(s): 
J. BOKMA, J. DEWULF, P. DEPREZ, B. PARDON
Samenvatting: 
De Europese Unie vraagt om een dringende reductie van het antimicrobieel gebruik bij voedselproducerendedieren. Het uiteindelijke doel is een daling van het antimicrobiële resistentieniveau bijmens en dier en de doeltreffendheid van antimicrobiële middelen te behouden voor toekomstige generaties.De identificatie van risicofactoren voor antimicrobieel gebruik is essentieel om deze reductiete behalen. Dit overzichtsartikel heeft als doel de huidige kennis omtrent risicofactoren voor antimicrobieelgebruik bij vleeskalveren, varkens en pluimvee samen te vatten. Drieëndertig observationelestudies voldeden aan de selectiecriteria. Bekende risicofactoren van antimicrobieel gebruik zijn defrequente aankoop van dieren, de grootte van de kudde (groot of klein, afhankelijk van de diersoort) ende afwezigheid van bepaalde bioveiligheidsmaatregelen. Bij witvleeskalveren worden er bij de vleesrassenmeer antimicrobiële middelen gebruikt dan bij holsteinkalveren. Het antimicrobiële gebruikwordt beïnvloed door zowel de veehouder, de dierenarts als de integratie. In het algemeen wordensocio-economische risicofactoren onvoldoende onderzocht. De uitlokkende factoren van antimicrobiëlegebruik zijn multipel en complex, met mogelijke “confounders” en (nog) niet-geïdentificeerdeinteracties. Bijkomende kennis van de socio-economische factoren is cruciaal voor het ontwerpen vansectorspecifieke richtlijnen en sensibiliseringscampagnes.
Volledige tekst: 
pp 188-200
Overzichtsartikel(en)

87 (4) pp 181

Titel: 
Potentiële therapeutische toepassing van bacteriofagen en faag-afgeleide endolysinen als alternatieve behandeling van boviene mastitis
Auteur(s): 
N. VANDER ELST, E. MEYER
Samenvatting: 
De toename van antimicrobiële resistentie veroorzaakt wereldwijd grote problemen bij de klinischebehandeling van een groeiend aantal bacteriële infecties. Daardoor is er een dringende behoefte aannieuwe antibacteriële middelen als aanvulling op de huidige antibiotica om deze resistente pathogenenonder controle te houden. Mastitis is de meest voorkomende ziekte bij melkvee en veroorzaakt degrootste economische verliezen in de mondiale zuivelindustrie. Het overmatig gebruik van curatieveen preventieve antibiotica in deze sector brengt een reëel risico met zich mee voor het ontstaan vanantimicrobiële resistentie. Bovendien zijn deze traditionele antimicrobiële middelen vaak ineffectief enleiden ze tot residuen in de melk die negatieve gevolgen hebben voor de consument van zuivelproducten.Als alternatieve therapeutische benadering worden momenteel bacteriofagen en faag-gecodeerdeendolysinen (her)onderzocht als potentiële antibacteriële middelen.
Volledige tekst: 
pp 181-186
Overzichtsartikel(en)