2014 - 83 (4)

Volume 83 (2014), nr. 4

83(4) 207-209

Volledige tekst: 
pp 207-209
Vraag en antwoord

83(4) 202-206

Titel: 
Volksdiergeneeskunde samengebracht en verklaard door dierenarts Jaak Wouters (1966) - Deel 2: Aandoeningen per diersoort
Auteur(s): 
J. BOUCKAERT, L. DEVRIESE
Samenvatting: 
  Dit is een korte samenvatting van de traditionele geneeswijzen van dierziekten aan de hand van het werk ‘Volksdiergeneeskunde’ van dierenarts Jaak Wouters in eigen beheer uitgegeven in 1966. In dit tweede deel worden eerst problemen in verband met bevruchting, dracht en geboorte beschreven, waarna de in de volksgeneeskunde gebruikelijke behandelingen van de belangrijkste ziekten per diersoort kort geschetst worden. Net als in de reguliere plattelandspraktijk van destijds komen paard en rund op de eerste plaats. In dalende orde van belang volgen varken, schaap, geit, hond, kat, pluimvee (hoen, eend, duif), konijn en als buitenbeentje de rat. Naast de beschrijving van de toegepaste middelen besteedt Wouters heel wat aandacht aan Vlaamse en Brabantse dialectnamen van ziekten, symptomen en geneesmiddelen. Bij moeilijk te begrijpen remedies verwijst hij naar de begrippen en principes van de primitieve geneeskunde, zoals sympathie, homeopathie (signaturenleer) en magie die in deel 1 van dit tweeluik beschreven staan. 
Volledige tekst: 
pp 202-206
Uit het verleden

83(4) 193-201

Titel: 
Castratie bij het paard: technieken en complicaties
Auteur(s): 
A. MARTENS, T. VAN BERGEN
Volledige tekst: 
pp 193-201
Permanente vorming

83(4) 184-192

Titel: 
Immunologische, diepe dermale vasculitis bij een kat
Auteur(s): 
S. GAISBAUER, S. VANDENABEELE, S. DAMINET, D. PAEPE
Samenvatting: 
  In deze casuïstiek wordt een 13,5 jaar oude, vrouwelijke, gesteriliseerde Europese korthaar beschreven met immunologische, diepe dermale vasculitis aan de distale ledematen. De patiënt werd aangeboden met lethargie, koorts, polydipsie, anorexie en opzetting van de distale ledematen. Op het dermatologisch onderzoek werd partiële alopecia, oedeem en pijn aan alle distale ledematen vastgesteld. Verschillende diagnostische onderzoeken werden uitgevoerd om het vermoeden van dermale vasculitis te bevestigen en een onderliggende oorzaak op te sporen. Op het histologisch onderzoek van de huid werden veranderingen aangetoond die duidden op diepe dermale vasculitis. De andere onderzoeksresultaten wezen geen onderliggende oorzaak voor de dermale vasculitis aan. De diagnose van immunologische, diepe dermale vasculitis werd gesteld. De kat werd behandeld met antibiotica, infuus, nasoesofagale sondevoeding en prednisolone. Verbetering en genezing van de vasculitisletsels werden slechts gezien na het opstarten van de prednisolonetherapie. 
Volledige tekst: 
pp 179-183
Casuïstiek(en)

83(4) 179-183

Titel: 
Ultrasonografische en histopathologische bevindingen bij een uremische kat met maagadenocarcinoom
Auteur(s): 
M. ESMANS, A. LEGARRÉRÈS, A.BONGARTZ, F.CAROFIGLIO, M.HEIMANN, T. SCHWARZ
Samenvatting: 
  Een maagcarcinoom is zeer zeldzaam bij katten. In deze casuïstiek wordt een maagcarcinoom bij een chronisch uremische kat beschreven. De kat vertoonde symptomen als braken, gedeeltelijke dysorexie en gewichtsverlies. Op het ultrasonografisch onderzoek bleek dat de maagwand pseudogelaagd was, wat een specifieke indicatie is voor adenocarcinoom. Uit het histopathologisch onderzoek bleek dat dit adenocarcinoom gestructureerd was en dat een doorlopende intralymfatische infiltratielijn zichtbaar was onder de muscularis mucosae. Dit zou de pseudogelaagdheid kunnen verklaren.  
Volledige tekst: 
pp 179-183
Casuïstiek(en)

83(4) 171-178

Titel: 
Ongewone presentatie van een mesenchymaal ooglidhamartoma en een overzicht van het voorkomen van perioculaire hamartomen bij de hond
Auteur(s): 
G. STORMS, G. JANSSENS, M. GRAUWELS, R. R. DUBIELZIG
Samenvatting: 
  Een mesenchymaal hamartoom ter hoogte van het dorsomediale ooglid van een staffordshire-bulterriër en de klinische en histopathologische kenmerken van tweeëntwintig mesenchymale perioculaire hamartomen worden beschreven. Alle gegevens werden verzameld uit de databank van het "Comparative Ocular Pathology Laboratory" te Wisconsin (VS). Het signalement, de klinische locatie en de histologische bevindingen van de tumor werden beschreven bij tweeëntwintig honden van veertien verschillende rassen, tussen vier en veertien jaar oud. Vijftien hamartomen bevonden zich ter hoogte van de laterale canthus. Op histologisch onderzoek werd volledig gedifferentieerd fibreus weefsel aangetroffen vermengd met vetweefsel. Bundels van skelet of glad spierweefsel waren aanwezig bij tien honden en perifeer zenuwweefsel bij twee honden. Mitose figuren werden niet aangetroffen. Mesenchymale hamartomen kunnen zich voordoen als subcutane, subconjunctivale of orbitale tumoren. Hoewel ze vooral voorkomen ter hoogte van de laterale canthus, kunnen ze om het even waar op de oogleden of in de orbita aangetroffen worden.  
Volledige tekst: 
pp 171-178
Retrospectieve studie en casuïstiek

83(4) 164-170

Titel: 
Prevalentie van Chlamydia abortus bij herkauwers in België
Auteur(s): 
L. YIN, K. SCHAUTTEET, I.D. KALMAR, G. BERTELS, E. VAN DRIESSCHE, G. CZAPLICKI, N. BOREL, D. LONGBOTTOM, D. FRÉTIN, M. DISPAS, D. VANROMPAY
Samenvatting: 
Enzoötische abortus veroorzaakt door Chlamydia (C.) abortus is nog steeds de meest voorkomende oorzaak van reproductiestoornissen bij schapen. Bij runderen wordt C. abortus geassocieerd met infecties van het geslachtsstelsel en mastitis. In de voorliggende studie werden Belgische schapen (n=958), geiten (n=48) en runderen (n=1849) onderzocht aan de hand van de ID ScreenTM Chlamydia abortus indirecte multispecies antistof ELISA. Bij de schapen werd de hoogste prevalentie gevonden in Limburg (4,05%). De dieren van Antwerpen, Brabant en Luik waren negatief. De prevalentie in de overige vijf regio’s was laag (0,24% tot 2,74%). Van negen geitenboerderijen was slechts één bedrijf uit Luxemburg positief. Bij de runderen werd de hoogste seroprevalentie in Waals-Brabant (4,23%) gevonden. De dieren uit Limburg en Namen waren negatief. De prevalentie in de overige zeven regio’s varieerde van 0,39% tot 4,02%.
Volledige tekst: 
pp 164-170
Origine(e)l(e) artikel(en)

83 (4) 155-163

Titel: 
Kenmerken en uitdagingen van de huidige Belgische vleeskalversector
Auteur(s): 
B. PARDON, B. CATRY, R. BOONE, H. THEYS, K. DE BLEECKER, J. DEWULF, P. DEPREZ
Samenvatting: 
SAMENVATTINGIn dit artikel wordt de Belgische vleeskalversector gesitueerd binnen Europa en wordt eenoverzicht gegeven van de belangrijkste vroegere, hedendaagse en toekomstige uitdagingen voorde sector. Om blank kalfsvlees te produceren, dienen de dieren in een gecontroleerde anemischetoestand gehouden te worden, hetgeen een specifieke voeding en huisvesting vraagt. Als reactie opde toegenomen maatschappelijke bezorgdheid inzake het welzijn van vleeskalveren werden eenwettelijk minimumgehalte voor hemoglobine (in 1990), een minimum hoeveelheid vast voedsel omeen betere pensontwikkeling te stimuleren en groepshuisvesting vanaf de leeftijd van acht weken (in2007) geïmplementeerd. De geïntegreerde structuur van de sector heeft er vermoedelijk mede voorgezorgd dat al deze doorgedreven wijzigingen in een relatief beperkte periode konden doorgevoerdworden. Ondanks de voortrekkersrol die de vleeskalversector heeft gespeeld met betrekking tot hetoprichten van kwaliteitslabels en ondanks alle inspanningen voor een betere huisvesting en voeding,blijft de sector onderhevig aan maatschappelijke kritiek. Tegenwoordig worden vooral het intensieveantibioticumgebruik en de hiermee geassocieerde hoge resistentieniveaus van commensale, pathogeneen zoönotische bacteriën bij vleeskalveren sterk bekritiseerd. De toekomstige uitdaging ligt dan ook inde ontwikkeling van een vleeskalversector die slechts een beperkte hoeveelheid antibiotica nodig heeften terzelfdertijd dierenwelzijn en inkomen veilig stelt.
Volledige tekst: 
pp 155-163
Overzichtsartikel(en)