2014 - 83 (1)

Volume 83 (2014), nr. 1

2014 (1) 49-52

Volledige tekst: 
pp 49-52
Vraag en antwoord

2014 (1) 42-48

Titel: 
De handbibliotheek van de eerste studenten diergeneeskunde (Frankrijk, 18de eeuw) Deel 1: van Vegetius tot de Garsault
Auteur(s): 
P.E.J. Bols, H.F.M. De porte
Samenvatting: 
De diergeneeskunde vindt zijn oorsprong in de klassieke oudheid. De kennis die destijds bijde oude Grieken en Romeinen was vergaard, bleef ter beschikking dankzij meerdere vertalingenen compilaties. Het toenemende belang van het paard leidde in de 16de en 17de eeuw tot een sterkestijging van de interesse en tot de publicatie van enkele meer wijdverbreide standaardwerkenover het paard en de paardrijkunst. De meeste rijscholen en academiën die aan de oorspronglagen van de eerste veeartsenijschool (Lyon, 1761), konden een aantal van deze publicaties terbeschikking stellen van hun leerlingen en/of waren voor hun docenten een belangrijke bron vaninformatie. Deze veelal luxueuze uitvoeringen bevatten behoorlijke beschrijvingen van visueelwaarneembare structuren en hun afwijkingen. De onderliggende functionele of fysiologischekennis ontbrak echter nagenoeg volledig. Het bestaan van meer klassieke handboeken zoals weze nu kennen, was mede door het ontbreken van een formele vorm van veeartsenijkundig onderwijsvóór 1750, onbestaande.Na een korte inleiding over de kennis van de veeartsenijkunde bij de Grieken en Romeinen,wordt in dit eerste deel kort de (vooral Franse) diergeneeskundige literatuur belicht tot aan depublicatie van één van de meest bekende werken uit die tijd, ‘Le Nouveau Parfait Maréchal’ vanFrançois Alexandre de Garsault (Frankrijk, eerste uitgave 1741).
Volledige tekst: 
pp 42-48
Uit het verleden

2014 (1) 36-41

Titel: 
Gelokaliseerde steatitis als complicatie na dystokie bij een merrie
Auteur(s): 
E. Claes, C. De Schauwer, M. Hoogewijs, D. De Clercq, V. Saey, J. Govaere
Samenvatting: 
In deze casus wordt een geval van gelokaliseerde steatitis ter hoogte van het perivaginalevetweefsel na dystokie bij een merrie gerapporteerd. Hoewel de merrie post partum aanvankelijkgoed herstelde, kende dit geval enkele dagen later toch een fatale afloop. Tijdens de tweedeconsultatie werd er op het vaginale onderzoek in de wand van de vagina beiderzijds een knobbeligaanvoelende verhevenheid waargenomen. De intravaginale opening van deze verhevenhedenging gepaard met een etterige uitvloei die geelbruine brokjes necrotisch vetweefsel bevatte. Laterwerden op de lijkschouwing ook steatitis ter hoogte van de ophangbanden van de urineblaas eneen blaasruptuur vastgesteld, hetgeen wellicht gezorgd heeft voor de snelle evolutie van de klinischesymptomen.Algemeen worden er twee steatitisvormen onderscheiden: de gelokaliseerde en de gegeneraliseerdevorm. Bij de gelokaliseerde vorm wordt slechts één vetdepot aangetast, terwijl bij degegeneraliseerde vorm meerdere vetdepots in het ziekteproces betrokken zijn. Gelokaliseerdesteatitis ter hoogte van het perivaginale vetweefsel werd nog niet eerder beschreven bij het paard.
Volledige tekst: 
pp 36-41
Casuïstiek(en)

2014 (1) 28-35

Titel: 
Twee gevallen van persisterende ductus arteriosus bij de hond
Auteur(s): 
S. Debevere, L. Vlerick, V. Bavegems, D. Binst, P. Cornillie, I. Polis, H. de Rooster
Samenvatting: 
Persisterende ductus arteriosus (PDA) is één van de meest vastgestelde congenitale hartaandoeningenbij de hond. Indien de aandoening niet behandeld wordt, sterft meer dan de helftvan de honden in hun eerste levensjaar. Het sluiten van de PDA via occlusie of ligatie is dan ookaanbevolen en heeft een goede langetermijnprognose. De belangrijkste complicatie bij de nietinvasievetechnieken is het optreden van embolie terwijl bloeding na ruptuur van de ductus ofeen naburig bloedvat het meest voorkomende probleem is bij ligatietechnieken.Twee gevallen van PDA worden hier besproken. Bij de eerste hond werd de PDA succesvolchirurgisch gecorrigeerd. Bij de tweede hond daarentegen ontstonden er tijdens de chirurgischeingreep meermaals ernstige bloedingen te wijten aan de uitzonderlijke aanwezigheid van eenpersisterende vijfde aortaboog (PFAA). Er werd intraoperatief besloten om tot euthanasie overte gaan.
Volledige tekst: 
pp 28-35
Casuïstiek(en)

2014 (1) 21-27

Titel: 
Incomplete ossificatie van de humeruscondyl bij een jonge bordeauxdog
Auteur(s): 
S. Favril, D. Van Vynckt, I. Gielen, A. Van Caelenberg, K. Vanderperren,B. Van Ryssen
Samenvatting: 
In deze casus wordt een incomplete ossificatie van de humeruscondyl beschreven bij eenbordeauxdog van acht maanden oud. Als pup was de hond al intermitterend mank aan derechtervoorpoot. Omwille van het ras en de klinische en radiografische bevindingen werd inde eerste plaats aan elleboogdysplasie gedacht. Echter, aan de hand van het computertomografischonderzoek werd een incomplete ossificatie van de humeruscondyl vastgesteld. Deze aandoeningkomt minder vaak voor dan elleboogdysplasie en veroorzaakt niet altijd manken. Dehond werd conservatief behandeld vanwege de milde klinische klachten waarna het mankenspontaan verdween.Het bijzondere aan deze casus is in de eerste plaats het signalement en de anamnese. Incompleteossificatie komt vooral voor bij spaniëls en veroorzaakt bij pups meestal geen manken.Bovendien is het spontane herstel van deze hond atypisch. Vaak veroorzaakt de aandoening persisterendmanken en soms evolueert een incomplete ossficatie naar een atraumatische humeralecondylfractuur.
Volledige tekst: 
pp 21-27
Casuïstiek(en)

2014 (1) 14-19

Titel: 
Anafylactische shock na intraveneuze toediening van amoxicilline clavulaanzuur bij twee honden onder algemene anesthesie
Auteur(s): 
T. Bosmans, S. Melis, H. de Rooster, B. Van Goethem, P. Defauw, I. Van Soens, I. Polis
Samenvatting: 
Deze casuïstiek handelt over het ontstaan en de succesvolle behandeling van anafylactische shockna de intraveneuze toediening van een amoxicilline/clavulaanzuurpreparaat bij twee honden onderalgemene anesthesie. Binnen de vijf tot tien minuten na de toediening van het antibioticum trad bijbeide honden een ernstige bloeddrukdaling op. Tevens werd een labiale en periorbitale zwelling meterytheem waargenomen. De therapie bestond uit de behandeling van de negatieve cardiovasculaireeffecten van de anafylactische shock en het verhinderen van een verdere vrijstelling van ontstekingsmediatoren.Bij beide honden was de therapie succesvol.
Volledige tekst: 
pp 14-19
Casuïstiek(en)

2014 (1) 03-13

Titel: 
Maternale en omgevingsfactoren die significant geassocieerd zijn met het geboortegewicht van holsteinkalveren
Auteur(s): 
E. Depreester, M. M. Kamal, M. Van Eetvelde, M. Hostens, G. Opsomer
Samenvatting: 
In deze studie werden de factoren onderzocht die significant geassocieerd zijn met het geboortegewichtvan een holsteinkalf. De hier beschreven retrospectieve dwarsdoorsnedestudie bij1594 holstein-friesiankalveren en hun moederdieren werd van 2011 tot 2013 uitgevoerd op viermelkveebedrijven in België en één in Duitsland.Bij de primipare moederdieren hadden het geslacht van het kalf, de drachtduur, het afkalfseizoen,de afkalfleeftijd en de grootte van het moederdier bij het afkalven (borstomtrek, schofthoogte,diagonale lengte) een significante invloed op het geboortegewicht (GG). Het GG wassignificant lager bij vaarzen die op zeer oude leeftijd afkalfden (25,5-37,3 maanden) (P < 0,001).Bij het afkalven tussen 22 en 23,5 maanden was het GG hoger dan bij vaarzen die tussen 20,3 en22 maanden of tussen 23,3 en 25,5 maanden afkalfden (P<0,001). Bij de multipare moederdierenhadden het geslacht, het afkalfseizoen, de drachtduur, de pariteit, de lengte van de droogstand ende melkproductie tijdens de dracht (MDRACHT) een significante invloed op het GG (P < 0,001).Het GG van kalveren was respectievelijk 0,97 en 1,11 kg zwaarder bij koeien met een lage (1.400tot < 5.400 kg) en een hoge (6.500 tot < 7.200 kg) MDRACHT dan bij koeien met een zeer hoge(7.200 tot < 11.600 kg) MDRACHT. De negatieve invloed van een vroege of late eerste partus bijvaarzen en van de zeer hoge melkproductie tijdens de dracht bij koeien op het geboortegewichtkan de basis zijn voor verder onderzoek naar de invloed van nutritionele en andere maatregelentijdens de dracht op de productie en gezondheid van de nakomelingen op lange termijn.
Volledige tekst: 
pp 03-13
Origine(e)l(e) artikel(en)